Dr. Gert-Jan van der Putten en ik hebben iets gemeen. We zijn allebei een buitenbeentje in de tandheelkunde. Gert-Jan is specialist ouderengeneeskunde en Louise diëtist. Verder zijn het vooral tandartsen en mondhygiënisten die zich bezig houden met wat er in de mond gebeurd. Van deze man wil ik wel wat meer weten…
Hoe raakte u in het onderwerp geïnteresseerd?
Gert-Jan:“15-20 jaar geleden adviseerde een tandarts mij, in het verpleeghuis waar ik destijds werkte, wat vaker in de mond van mijn cliënten te kijken. Een bak ellende trof ik aan.” De status van de gebitten wekte mijn interesse.”
Inmiddels is Gert-Jan lid van de onderwijscommissie bijzondere tandheelkunde en geeft hij samen met de tandartsen-geriatrie Claar van der Maarel-Wierink en Wim Klüter, de opleiding tot tandarts-geriatrie aan de Stichting Bijzondere Tandheelkunde (SBT) in Amsterdam vorm.
Hoe is het gesteld met het gebit van de mensen in het verpleeghuis?
“Ongeveer 35% van de verpleeghuisbewoners heeft nog dentitie. 60% heeft een volledige gebitsprothese. Het percentage dat implantaten draagt is 6-8%. De mate waarin tandenloosheid voorkomt varieert per Europees land en is afhankelijk van overheidsbeleid en de frequentie van tandartsbezoek”.
Ondervoeding door verlies van gebitselementen
“Als je gebitselementen verliest, heeft dit invloed op de intake van voedingsstoffen. Verlies van gebitselementen is geassocieerd met daling van de BMI en kan leiden tot ondervoeding en is bij ouderen zelfs geassocieerd met een verhoogde mortaliteit binnen 7 jaar. Tot slot is van behoud van een goede kauwfunctie belangrijk voor de speekselsecretie en voor een goede hersendoorbloeding (cognitieve functies). Door verlies van gebitselementen neemt o.a. het objectief kauwvermogen af, maar mensen kauwen langer met minder tanden,” aldus Gert-Jan.
Komt u in de praktijk ook tegen dat mensen met minder gebitselementen meer medicatie tegen maagdarmklachten slikken als gevolg hiervan?
“Bij onze doelgroep is dit moeilijk te meten,” aldus Gert-Jan, “90% slikt medicatie, waarbij standaard maagzuurremmers worden voorgeschreven.”
Hoe is het gesteld met de mondzorg in het verpleeghuis waar u werkt?
“In alle geïndustrialiseerde landen is er in verpleeghuizen te weinig aandacht voor de mondhygiëne. Dus tot voor kort ook in het verpleeghuis waar ik nu werk. Ook hier kan de mondzorg nog wel een stuk beter.
Ook heeft poetsen geen prioriteit in het verpleeghuis; oorzaken hiervan zijn gebrek aan kennis onder collega’s en een hoge werkdruk waardoor mondzorg vaak geen prioriteit heeft. Een andere belemmerende factor is dat mondgezondheid geen kwaliteitsindicator is waarop het verpleeghuis wordt afgerekend door zorgverzekeraars. Prevalentie van ondervoeding, vallen, incontinentie, polyfarmacie en decubitus zijn dit wel.
De prevalentie van ondervoeding in verpleeghuizen ligt volgens de laatste onderzoekscijfers rond de 16%,” besluit Gert-Jan. Dat de oorzaak van ondervoeding ook wel eens in de mond kan liggen, wordt te weinig onderkent.
Wat is het meest voorkomende probleem in de mond?
“‘Het grootste probleem wat wij bij mensen met gebitselementen hier in het verpleeghuis zien,” zo zegt Gert-Jan, “is tandwortelcariës.” Door wortelcariës kan uiteindelijk gemakkelijk het aangedane gebitselement afbreken. Er worden hier in het huis geen voedingsadviezen gegeven ter preventie van tandwortelcariës en/of parodontitis.
Wel krijgen alle cliënten vitamine D. Het is steeds gebruikelijker dat de vitamine-D status wordt bepaald. Een goede vitamine D status is ook van belang voor het behoud van gebitselementen en werkt ontstekingsremmend bij parodontitis. Het suppletievoorschrift wat wij in het verpleeghuis hanteren is conform de richtlijnen van de Nederlandse Gezondheidsraad.
Hyposalivatie
Gert-Jan: “Veel verpleeghuisbewoners proeven minder dan jongere leeftijdsgroepen. Naast ouderdom speelt speekselafname als gevolg van medicatie een rol. Daarnaast drinken ouderen minder, wat ook de smaak beïnvloedt. Hyposalivatie komt voor bij ongeveer 50% van de bewoners. Bij Amaris stimuleren wij mensen te kauwen. Het is gunstig bij dementie, maar of het ook de speekselvloed stimuleert? Uit recent onderzoek blijkt namelijk dat medicatie ook de kauwgestimuleerde speekselsecretie verminderd. “
Bij hyposalivatie is het toch een optie om medicatie te verminderen of te vervangen voor andere typen? Gert-Jan: “In de praktijk is dat lastig. De behandeling van hartfalen bestaat standaard uit 5 verschillende medicijnen, waarvan er tenminste 3 een negatieve invloed hebben op de speekselsecretie.”
Is het mogelijk de hoeveelheid medicatie te verlagen door mensen anders te laten eten?
“Ja, maar hier in het verpleeghuis krijgen ouderen eerder een verwen-dieet. In het verpleeghuis remmen wij mensen niet af in het genieten. Preventie van ziekte dient op jongere leeftijd te gebeuren. Uit onderzoek blijkt dat kwaliteit van leven belangrijk is voor mensen.” Gert-Jan haalt de uitslag van een focusgroep mondgezondheid bij ouderen erbij: “Zij vinden het meest belangrijk dat hun gebit er mooi uit ziet en dat ze lekker kunnen eten en goed kunnen kauwen.”
Heeft u nog wensen voor de toekomst?
Die heeft de Gert-Jan zeker. “Er zijn nog heel veel dingen waar ik onderzoek naar wil doen.” Ook zou ik graag nog iets ontwikkelen voor mensen met dementie die een zuigreflex hebben. Iets wat goed is voor de tanden, helpt onrust wegnemen en waarmee we tegemoet komen aan de zuigbehoefte.”
Tenslotte wijst de Gert-Jan mij nog op de Zorg voor beter app waarmee je eenvoudig gezondheidsrisico’s kan signaleren bij ouderen, ook die van de mond.
http://www.zorgvoorbeter.nl/ouderenzorg/risicosignalering-app-risicoscan.html
Gert-Jan van der Putten spreekt 13 oktober 2015 op het congres Gezond Ouder Worden. Hier kunt u eveneens kennis maken met Mirjam Bakker, co-auteur van de Voedingspiramide en kan je een kijkje nemen in het boek Voeding en Mondgezondheid ter inzage.
Bedankt voor het delen van dit artikel over mondzorg bij ouderen. Ik ga het gelijk even doorsturen naar een kennis van mij. Hij wil hier meer onderzoek naar gaan doen in de toekomst.
Interessant artikel over mondzorg van mensen die op leeftijd zijn. Het blijft dit wellicht lastig om dit als prioriteit te zien in verpleeghuizen vanwege de overige zorg. Het onderwerp heeft inderdaad ook veel te maken met voeding.