Eten wat onze voorouders, de jagers en verzamelaars aten. Dat zou het beste zijn voor onze genen. Want onze genen zouden niet aangepast zijn aan producten als zuivel en granen, die sinds 10.000 jaar onderdeel uitmaken van ons dieet. Maar de vraag is, is dat ook zo?
Onze genen passen zich in duizend jaar tijd aan.
Onze voorouders 2000 jaar geleden hadden dezelfde genen als wij nu. Maar het kan zijn dat een bepaalde variatie toen meer voorkwam of juist niet. De vorm van een gen bepaald of een gen normaal functioneert, uitzonderlijk goed of minder. Onze genen variatie zorgt er voor dat wij ons kunnen aanpassen aan onze omgeving. Dat kan al in duizend jaar tijd en een paar honderd generaties.
Meer mensen in Europa kunnen melk verdragen.
Onderzoekers toonde dit aan bij het gen dat er voor zorgt dat je melksuiker kan verteren (het lactase-gen). Lactase zorgt ervoor dat de mens lactose (melksuiker) kan verteren. Als het lactase-enzym niet werkt krijg je meestal buikklachten als je melk drinkt of yoghurt eet. Dit wordt ook wel lactose-intolerantie genoemd. Alle zuigelingen kunnen melk verdragen, maar als het lactase- gen actief is op volwassen leeftijd kan je ook als volwassene melk drinken of yoghurt eten.
In de bronstijd (3000–1000) jaar voor Christus kon 5% van de volwassenen melksuiker verteren omdat 1 op de 20 volwassenen in het bezit was van de gen-mutatie die het mogelijk maakt om melk te drinken op volwassen leeftijd*. Momenteel is ongeveer 75%-80% van de Europeanen in staat melksuiker te verteren, met een spreiding van 90% in Noord-Europa en 50% in het zuiden van Europa (Allentoft et al., 2015). In Afrika en Azië is het aantal mensen dat melk kan verdragen lager. Een actief lactase-gen gaf de Europeaan de mogelijkheid om meer calcium tot zich te nemen ondanks een verminderde aanmaak van vitamine D door minder blootstelling aan zonlicht (in vergelijking tot het aantal zonuren in Afrika). Een genetische aanpassing ter behoud van sterke botten en tanden.
De pest overleven dankzij glutenintolerantie.
Het kan ook andersom. In Europa zijn er meer mensen gekomen die geen gluten kunnen verdragen.
In Afrika komt de genvorm die coeliakie (glutenintolerantie) veroorzaakt niet voor. Daarom gaan onderzoekers er van uit dat deze mutatie is ontstaan nadat de mens uit Afrika vertrok. Men gaat er van uit dat de mensen met deze mutatie beter bestand waren tegen bepaalde infecties. Hierdoor overleefden meer mensen met het coeliakie-gen de pestepidemieën in Europa en stierven er meer mensen zonder deze genvorm. Het gevolg is dat er meer mensen die gevoelig zijn voor gluten in Europa wonen.
Ander voedsel: kleinere kaak, grotere hersenpan.
De oermens at vlees en groenten ongekookt. Bij hen kwam haast geen malocclusie en crowding voor. Crowding en malocclusie werden voor het eerst gezien 12.000 jaar geleden bij de eerste landbouwers in Zuidwest-Azië. Doordat we ons voedsel gingen snijden en koken werd de functie van de kaak minder belangrijk. Ons kaakbot werd smaller en de gebitselementen kregen minder ruimte. Tegelijkertijd zorgden de granen, die aan ons dieet werden toegevoegd er voor dat onze hersenen zich konden ontwikkelen. De granen zorgden voor meer energie ( in de vorm van koolhydraten) om de groei en ontwikkeling te faciliteren.
Minder verstandskiezen, genetische aanpassing door voedselbewerking.
Genetisch ligt vast dat er bij de mens 32 gebitselementen doorkomen, maar een klein deel van de bevolking doet het al met minder. Bij vier procent van de bevolking komt er al geen enkele verstandskies meer door. Ongeveer 8,5% van de bevolking mist één verstandskies. De voorspelling is dat wij over duizend jaar geen verstandskiezen meer hebben. We hebben ze gewoon weg niet meer nodig, omdat onze genen zich aanpassen aan de omgeving.
Een voeding die ons gebit aan kan!
Een gezonde voeding is zeker noodzakelijk, een oerdieet niet. Als je maar langer dan een paar generaties terugkijkt naar wat onze voorouders aten. Zuivel en granen zijn voor de meeste Nederlanders geen probleem, maar niet iedereen kan het even goed verdragen. Kijk daarom individueel welke aanpassingen er nodig zijn op een onbewerkte voeding. Een voorbeeld van een onbewerkte voeding vind je hier.
Het is nog toekomstmuziek, maar een dieetadvies op basis van onze genen zal in de toekomst tot de mogelijkheden behoren. Wil je daar meer over weten bekijk dan het interview van Pauw en Witteman met hoogleraar Hans Westerhoff.
Wil je meer lezen over de veranderingen in ons voedingspatroon, de gevolgen (voor de mond) en gezonde voeding? In hoofdstuk 1 Voedselconsumptie en Voedingsgedrag van het boek Voeding en Mondgezondheid vind je meer informatie