Ondervoede ouderen in de eerste lijn

De meeste ondervoede ouderen wonen thuis. In Europa zou het gaan om 4 miljoen thuiswonende ouderen. Daarom is het voor zorgverleners in de eerste lijn belangrijk om hier alert op te zijn. Het kan de behandelresultaten beïnvloeden. Ondervoeding kan de aanhechting van een implantaat negatief beïnvloeden maar ook de behandeling van parodontitis.

Factoren die de voedingsstatus van ouderen beïnvloeden zijn in vier groepen op te delen:

  • Fysieke factoren zoals afnemende smaak en geur en verminderde mobiliteit en minder maagzuur.
  • Psychische factoren zoals depressie, angst en verdriet en veranderingen in de leefsituatie. 
  • Sociale factoren zoals alleen eten en de mogelijkheid om eten te kopen en of klaar te maken.
  • Medische factoren zoals ziekten, verslaving, medicatie, kauw-en slikproblemen en dementie

Gevolgen van ondervoeding

Ondervoeding vertraagt de wondgenezing, verhoogt de sterftekans en het risico op complicaties en infecties en verminderd de kwaliteit van leven.

Waar kan je op letten bij het afnemen van de anamnese en de PMO?

  • Anamnese
    • Screen op psychische en sociale risicofactoren en stressfactoren (zoals eenzaamheid, verdriet, verlies van dierbare)
    • Vraag de smaakbeleving na
    • Screen op medische risicofactoren zoals kauw-en slikproblemen en symptomen van droge mond.
    • Screen op alarmsymptomen uit de voedingsanamnese
      • Vraag risicofactoren in de voeding na
        • Zuivelinname
        • Groente/ fruit
        • Mijden van bepaalde voeding
        • Koken geeft problemen
        • Alleen eten 
        • Alcoholgebruik
        • Eiwitintake
      • Vraag veranderingen in het gewicht na
        • Onbedoeld meer dan vier kg afgevallen laatste 6 maanden  
        • Kleding is ruimer gaan zitten
        • Riem moet een gaatje strakker
        • Horloge zit ruimer om de pols
        • Lage BMI
    • Overweeg de SNAQ65+ te gaan gebruiken. Bekijk het instructiefilmpje.
  • PMO:
    • beoordeel de gebitstoestand, de harde en zachte weefsels.
      • Symptomen van hyposialie
      • Slechte toestand van het gebit (pijn, cariës), slecht passende gebitsprothese
      • Verminderd kauw-en slikvermogen

Mondzorgverlener:

Bij een vermoeden van ondervoeding of personen ‘at risk’ kan je doorverwijzen naar de (huis)arts of diëtist. Er gelden speciale aanbevelingen voor ouderen. Zo hebben zij een verhoogde eiwitbehoefte en kan het zijn dat aanpassingen in de consistentie nodig zijn bij kauw en slikproblemen. Het kan ook zijn dat drink-of sondevoeding noodzakelijk is.

Dietist:

Bij risico op ondervoeding kan het zinvol zijn de mondzorgverlener te betrekken. Zij kunnen de invloed van de gebitstoestand beoordelen en een behandelplan in te zetten. Dit kan inhouden het saneren van het gebit, het aanpassen van de gebitsprothese, het verbeteren van de mondhygiëne.

Meer informatie:

Achtergrondinformatie over ondervoeding: Stuurgroep ondervoeding

Informatie voor ouderen: Goed gevoed ouder worden

Informed-app voor een allesomvattende anamnese

Onderzoek Consumeer

Bij het schrijven heb ik gebruik gemaakt van informatie uit de lezing:  Voeding bij ouderen: vooral een probleem in de eerste lijn. Dr. Marian de van der Schueren (HAN en VUMC) en Dr. Marijke Trappenburg (VUMC)

Stel je vraag
Hoi, kan ik je helpen?
Hoi! Leuk dat je Voeding en Mondgezondheid bezoekt. Waar kan ik je mee helpen?