Waarom krijgen ‘beugelaars’ een voedingsadvies? De belangrijkste doelen zijn de beugel niet beschadigen en de tanden vrij houden van cariës en tanderosie. In deze blog de aandachtspunten bij verschillende typen beugels en meer over de preventieve voedingsanamnese.
De extra aandacht bij een beugel is omdat tanderosie occlusaal wel goed vast te stellen is , maar moeilijk te monitoren. En doordat er makkelijk etensresten achter een beugel blijven vastzitten, is er een groter risico op caviteiten.
Caviteiten
Witte vlekken die om de beugel kunnen ontstaan zijn beginnende gaatjes. De vlekjes gaan niet meer weg en worden zichtbaar als vierkantjes nadat de beugel uit de mond is gehaald. De blijvende vlekken, zijn opvallend en maken de tanden minder aantrekkelijk en dat terwijl veel mensen een beugel dragen vanwege het effect op het uiterlijk. Om caviteiten te voorkomen is het belangrijk dat de plak niet te veel opbouwt en niet te lang op de tanden blijft. Om dit te voorkomen is het belangrijk dat cliënten dagelijks de tanden reinigen en letten op wat ze eten. Tot zover niets nieuws
Het advies om cariës te voorkomen komt overeen met de standaard preventie regels
Het verminderen van koolhydraten met een hoge cariogeniteit;
Het verkorten van de consumptietijd en verblijfsduur in de mond;
Het stimuleren van van speekselproductie door kauwen;
Het verlagen van de suikerinname in totaal.
Voor patiënten:
Let op de cariogeniteit van de koolhydraten. Eet, zo min mogelijk producten met toegevoegde suiker.
Eet en drink zo min mogelijk producten met suiker over de dag. Dit doe je door niet vaker dan 7 x per dag iets te eten of te drinken. Door goede maaltijden te eten vermindert trek in tussendoortjes.
Drink water of groene thee (zonder suiker en melk). Onder thee verstaan we geen boba tea en ice tea. Het belangrijkste advies is water drinken en geen dranken zoals frisdrank, energydrink, sportdrank en vruchtensap. Die bevatten zuren die het glazuur van de tanden aantasten (fruitzuren en fosforzuur) en suikers. De light varianten zijn daarom ook niet geschikt om te drinken. Ze kunnen tanderosie veroorzaken
Kies voor producten met een korte consumptietijd en verblijfsduur. Hoe langer eten in de mond blijft hoe makkelijker het voor caviteiten kan zorgen (gaatjes). Vooral plakkerig voedsel blijft lang in de mond.
Zorg voor voldoende speekselstimulatie door producten te eten waar je op moet kauwen
Adviezen om beschadiging aan een beugel te voorkomen
Plakkerig voedsel veroorzaakt niet alleen cariës, het kan ook de beugel beschadigen. Pindakaas, caramel, toffees, en kauwgom worden daarom afgeraden.
Harde voedingsmiddelen kunnen ervoor zorgen dat de brackets loslaten door het afbijten. Denk aan stokbrood, appel, hard snoep en noten. Omdat fruit belangrijk is kan je appels aanbieden door ze in kleine stukjes te snijden. Ook kan je voor zachte fruitsoorten kiezen, vooral in de zomer is het aanbod zacht fruit groot. Dit geldt ook voor groente. Harde groenten kan je raspen, stomen of koken.
Voedingsadviezen vooraf aan het behandeltraject
Breng vooraf de voeding in kaart door een dagboekje, voedingsanamnese, een voedselfrequentielijst. De keuze is afhankelijk van persoonlijke voorkeuren. Iedere methode heeft zijn voor-en nadelen. De voedselfrequentielijst kan de client zelf invullen in de wachtkamer. Het dagboek doet de client thuis en de voedingsanamnese heeft plaats tijdens het consult.
Veel mensen die beginnen aan een behandeling zijn in hun tienerjaren. Sluit in de voorlichting aan bij de belevingswereld van pubers, uiterlijk is belangrijk, erbij horen en de eerste zoen…Maak ook zeer duidelijke (SMART) afspraken over welke voedingsmiddelen ze wel en niet kunnen gebruiken en hoe vaak. Bijvoorbeeld alleen in het weekend.
Wil de client graag een clear retainer, zoals Invisalign?
Bij een clear retainer heb je geen last van minder zicht op het tandweefsel, maar toch is het handig vooraf de impact op de voedingsinname te bespreken.
Laten de leefomstandigheden het toe om de invisalign dagelijks minimaal 20-22 uur in te houden? (zakendiners, borrels beperken deze tijd bijvoorbeeld).
Is het voor de client mogelijk om na iedere maaltijd de tanden goed te reinigen? (is hij veel onderweg, is er beschikking over water, werkomstandigheden, etc).
Kan de cliënt het aantal eetmomenten beperken? (ivm gezondheid (ondergewicht/ specifiek dieet) of werkomstandigheden (chefkok))
Is er risico op ondergewicht? (vul de risico-analyse in)
Hoe belangrijk is het visuele aspect?
Voedingsadviezen zijn er bij clear retainers ook op gericht om caries en tanderosie te voorkomen. Met de retainer in kan de client alleen water drinken. Geen zoete, hete of zure dranken.
Suikers zijn een bron van energie. Glucose is nodig om organen zoals het hart en hersenen van energie te voorzien. Glucose maakt het lichaam zelf vrij uit zetmeelrijke voedingsmiddelen en worden door het lichaam als glucosebron gebruikt. Overtollige suikers in de voeding worden in het lichaam opgeslagen o.a. als vet voor later gebruik. Als deze opgeslagen ‘voorraad’ niet wordt gebruikt, kan dit in de loop van de tijd ophopen en tot gezondheidsproblemen leiden. En het is natuurlijk bekend dat suikerconsumptie tandcariës veroorzaakt.
Totaal suiker
De totale hoeveelheid suiker kan je verdelen in verschillende categorieën. De EFSA verdeelt de hoeveelheid suiker in vrije suikers, inclusief toegevoegde suikers, en natuurlijke suikers.
Natuurlijke suikers zijn suikers die voorkomen in melk, fruit en groente. Ze worden natuurlijke suikers genoemd als ze voorkomen in het intacte product. De suikers in groente-en fruitsap zijn vrije suikers. Als lactose toegevoegd is aan een product is dit ook een vrije suiker. Honing, siroop, kristalsuiker en vruchtenconcentraat zijn ook voorbeelden van vrije suikers.
Welke vrije suikers eten wij vooral?
De vrije suikers die Europese volwassenen voornamelijk binnenkrijgen komen uit 100% sap en sap uit vruchtenconcentraat, bakkerswaren, suiker uit de suikerpot, gesuikerde dranken, waaronder frisdrank en snoep. Kinderen tot 18 jaar krijgen daarnaast veel suikers binnen door gezoete melk dranken.
Advies
De EFSA concludeert dat er genoeg bewijs is om aan te bevelen dat de inname van toegevoegde en vrije suikers in de voeding zo laag mogelijk moeten zijn. De wetenschappers is het niet gelukt om een op wetenschap gebaseerde maximale inname (Tolerable Upper Intake Level) vast te stellen, maar zij bevestigen wel de verbanden tussen suikers en een scala aan gezondheidsproblemen.
Suiker en gezondheid
Toegevoegde en vrije suikers worden in verband gebracht met obesitas, leverziekte, diabetes type II, hoog cholesterol en hoge bloeddruk. Als de vrije suikers worden geleverd door suikerrijke drankjes komt daar ook nog eens jicht, zwangerschapsdiabetes en kans op een kleine baby bij. Bij cardiovasculaire aandoeningen en jicht speelt fructose een rol. Het risico op cariës verhoogd als de totale inname van suiker (vrij en natuurlijke suikers) hoog is. Maar je kan geruststellend concluderen dat het moeilijk is teveel suikers binnen te krijgen als je vooral onbewerkt eet. Een voorbeeld van een onbewerkte voeding kan je eenvoudig downloaden in de webshop
Ahlam startte in 2017 als eerstelijnsdiëtist bij diëtistenpraktijk Vitasens in Arnhem. De praktijk heeft meerdere locaties en het team bestaat uit verschillende diëtisten met ieder hun eigen expertise. Ahlam beheert samen met twee andere collega’s het Instagramaccount van de praktijk. Lees hieronder haar ervaring met de nascholing Voeding & Mondgezondheid en hoe ze dit toepast in de praktijk!
Wie behandel je?
Ik behandel als eerstelijnsdiëtist allerlei soorten cliënten. Ik zie voornamelijk veel cliënten met welvaartsziekten, zoals metabool syndroom, diabetes mellitus type 2 en cardiovasculaire aandoeningen. Hiernaast zie ik ook cliënten voorbijkomen met andere voeding gerelateerde klachten zoals Prikkelbare Darm Syndroom, ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, voedselintoleranties etc. Ik ben van origine Marokkaans en zie hierdoor een relatief grote groep mensen met buitenlandse eetgewoonten. Ik merk dat bij deze groep extra voorlichting over een goede mondgezondheid van belang is. Doordat er vaker gebruik wordt gemaakt van suikerrijke producten en er minder sprake is van structuur in het voedingspatroon, ontstaan er sneller gebitsproblemen. Denk aan cariës, parodontitis etc.
Ook zit ik in het Covid Revalidatie groep. Dit is een samenwerkingsverband tussen verschillende disciplines die cliënten hulp biedt tijdens het revalideren van Covid-19.
Wat valt je vaak op met betrekking tot voeding en mondgezondheid in de praktijk?
In de praktijk blijkt dat velen zich niet beseffen dat voeding van grote invloed is op de gezondheid van de mond. Zoals wat de gevolgen zijn van bijvoorbeeld te veel suikers en tussendoortjes gebruiken. Cliënten hebben niet door dat dit een negatief effect kan hebben op het gebit. Tijdens de anamnese probeer ik zoveel mogelijk door te vragen over welke klachten de cliënt ervaart, denk aan een droge mond of een vieze smaak etc. Ik maak regelmatig gebruik van de checklist voor niet-mondzorgverleners. Aan de hand van de antwoorden neem ik een voedingsanamnese af.
Checklist voor niet-mondzorgverleners
Boek Voeding & Mondgezondheid bladzijde 252
Wat doe je met het thema voeding en mondgezondheid?
Ik heb op het spreekuur een leuke poster hangen van het Voedingscentrum met hoeveel suikerklontjes dranken kunnen bevatten. De poster gebruik ik vaak ter preventie maar ook om weer te geven hoe zoet onze dranken kunnen zijn, als er al sprake is van gebitsproblemen bij de cliënt. Dit is voor de cliënt de eerste stap naar een stukje bewustwording. Bij cliënten met een migratieachtergrond is het van belang om extra rekening te houden met de cultuur, normen en waarden. En vergeet niet, de mogelijkheid van een suikerrijke voedingspatroon. Tandenpoetsen is vanuit de eerste generatie niet vanzelfsprekend. Het komt regelmatig voor dat ze gebruik maken van de ‘Miswak’ of ook wel de ‘Siwak’ genoemd. Het is een takje van een boom wat in het Midden-Oosten groeit. De miswak staat erom bekend dat het ingrediënten bevat die de mondgezondheid kan bevorderen. Het is een traditioneel alternatief voor de moderne tandenborstel. Dat kan een van de redenen zijn dat tandenpoetsen niet of minder wordt aangeleerd tijdens de opvoeding. Het zou mooi zijn als er in de toekomst voorlichtingsmateriaal ontwikkeld kan worden in hun eigen taal.
Met welke mondzorgprofessionals werk je samen?
Sinds kortwerk ik samen met een mondhygiëniste in Arnhem. Ik richt mij momenteel op diabetici met parodontitis. Zij verwijst ook met name diabetespatiënten door met een migratieachtergrond. Ik verwijs cliënten door met een kwetsbare gezondheid (denk aan chemotherapie of long-Covid). Momenteel verwijst de mondhygiënist naar onze website, waarbij mensen een intakegesprek met een gespecialiseerde diëtist kunnen inplannen. Bij een doorverwijzing maken we gebruik van Siilo (beveiligde manier van communiceren binnen de gezondheidszorg). Waarbij er aanvullende gegevens en/of aandachtspunten worden vermeld. Het plan is om meerdere mondhygiënisten te benaderen voor een eventuele samenwerking. Mochten andere mondzorgprofessionals uit Arnhem dit lezen en eventueel een samenwerking aan willen gaan, dan hoor ik het graag!
Ahlam wil graag samenwerken met meer zorgprofessionals.
Meld je bij haar aan als je in de omgeving van Arnhem werkt.
Hoe reageren patiënten?
Cliënten reageren vaak positief, omdat mondproblematiek niet altijd in relatie wordt gebracht met voeding en leefstijl. Vorige week kwam er een cliënt met diabetes op intakegesprek. Meneer dacht dat het gesprek over minder eten en meer drinken zou gaan. Tijdens de voedingsanamnese wees ik naar de bovengenoemde poster van het Voedingscentrum en vertelde ik meneer dat het belangrijk is om naar de suikerinname te kijken. Omdat suiker van grote invloed is op de bloedglucosewaarden maar ook op het gebit. Meneer keek mij lachend aan en zei ‘’ Volgens mij doe je van alles hé, je bent een diëtist, leefstijlcoach, psycholoog en ook nog eens tandarts!!! Ik ben aan het goede adres’’.
Positieve feedback
Tijdens het vervolgconsult komt dan ook vaak naar voren dat ze positief verrast waren, omdat ze dit soort adviezen niet verwachten bij een diëtist. Door meer kennis te beschikken over de mondgezondheid en de oorzaken en gevolgen op korte en lange termijn, kan ik mijn cliënten net iets verder helpen. De meerwaarde voor mij begint met de bewustwording en eindigt met gedragsverandering op lange termijn. Tijdige signalering en aanpak van problemen t.o.v. voeding of mondgezondheid dragen bij aan een betere kwaliteit van leven.
Bij welke ziektebeelden/ problemen in de mond voeding verwijzen jullie naar elkaar?
De mondhygiënist geeft vaak zelf een aantal algemene voedingsadviezen, zoals het beperken van suikerhoudende dranken of het verminderen van het aantal eetmomenten. Normaliter verwijst de mondhygiënist door wanneer er sprake is van slechte eet- en drinkgewoonten. Ze gebruikt hiervoor een screeningslijst met aandachtspunten rondom voeding en mondgezondheid.
Een voorbeeld voedingsscreeningslijst vind je in de informed-app
Informed-app.nl
Betaalt de cliënt het consult zelf?
De dieetbehandeling wordt tot drie uur per jaar vergoed vanuit de basisverzekering. Dit telt voor volwassenen (boven de 18 jaar) mee bij het verplicht eigen risico. Voor kinderen geldt geen eigen risico. Ik zie veel cliënten die onder de ketenzorg (diabetes, copd, cardiovasculaire risico’s) vallen, de consulten vallen dan niet onder het verplicht eigen risico en worden volledig vergoed. De boven genoemde informatie wordt altijd in een afspraakbevestiging vermeldt en aan het begin van een intakegesprek.
Wat was een echte eyeopener tijdens de cursus voeding en mondgezondheid?
Een echte eyeopener was dat het gebit zo belangrijk is. Ik zie het gebit nu als de boodschapper van ons lichaam. Als het gebit niet in balans is (ontstekingen, bloedend tandvlees etc.), dan is het lichaam ook niet in balans.
97% van de cursisten zegt veel nieuw dingen te leren.3% heeft geen mening
Evaluatie nascholing januari 2022
Heb jij de nascholing Voeding & Mondgezondheid al gedaan? Misschien is dit iets voor je?
Ik ben in mijn vrije tijd veel bezig met voeding en behoort gezond en lekker koken tot mijn passie. Ik deel dan ook regelmatig gezonde en eenvoudig te bereiden recepten op Instagram. Iedereen kan mij volgen op @marokkaansedietist.
Welke facebookpagina of Instagram-feed vind je echt de moeite waard?
Ik heb meerdere websites en accounts die ik leerzaam vind. Ik volg het platform van Marijke Berkenpas van I’m a Foodie graag. En het IG-account van @drmarkhyman.
Voor welk eten kunnen we je ‘s nachts wakker maken?
Voor sushi en tajine (Marokkaanse stoofpot).
‘Een gezond lichaam bevordert een gezond ziel en een gezond ziel bevordert een gezond lichaam’.
Om maar gelijk de vraag te beantwoorden: Nee, dat is zover we weten niet mogelijk. Bij het behandelen van parodontitis komt meer kijken dan alleen voeding. Dit betekent niet dat leefstijl en voeding irrelevant zijn bij de preventie en behandeling van parodontitis.
In deze blog geef ik meer uitleg over hoe het inzetten van voedingsadvies en/of een diëtist een onderdeel kan zijn bij de behandeling van parodontitis. Ook gaan we de belangrijkste voedingsstoffen doornemen die van belang zijn bij de behandeling en preventie van parodontitis.
Diagnose
Bij het diagnosticeren van parodontitis wordt er gehandeld volgens de richtlijn Parodontale Screening, Diagnostiek en Behandeling in de Algemene Praktijk. Eind 2020 verving deze richtlijn het Paro-protocol. In de richtlijn Parodontale Screening staat aangegeven dat voor een voedingsanamnese en voedingsadvies doorverwezen kan worden naar een diëtist.
Wegens de asymptomatische aard van parodontitis, is de patiënt zijn zich vaak niet bewust van de ontwikkeling van parodontitis. Pas op het moment dat de parodontitis zich in een verder gevorderd stadium bevindt, ervaart de patiënt vaak pas klachten. Tegen de tijd dat de cliënt bij de tandarts of mondhygiënist komt met klachten, is parodontitis al niet meer in het beginstadium. Hierdoor kan het nodig zijn dat er een flink aantal tandheelkundige ingrepen gedaan moeten worden om het gebit van de cliënt te redden. Parodontitis wordt daarom ook wel de sluipmoordenaar van het gebit genoemd.
Voeding
De enige manier dat voeding (met uitzondering van sondevoeding) het lichaam inkomt, is via de mond en langs het gebit. De voedingsstoffen (nutriënten) in voedingsmiddelen, dragen voor een groot gedeelte bij aan het onderhouden van het parodontium. Deze nutriënten zijn van absolute noodzaak voor het onderhoud van alle weefsels in het lichaam, dus ook tanden en tandvlees.
Nog niet alles is bekend over de invloed van vitamines en mineralen met betrekking tot parodontitis, maar met de huidige kennis kan er worden gesteld dat het parodontium en de algehele mondgezondheid belang heeft bij het hebben van voldoende van deze nutriënten. Hieronder een overzicht met wat we wel al weten over enkele invloedrijke nutriënten die gunstig zijn bij het voorkomen van parodontitis.
Vitamine C
In diverse onderzoeken is een relatie aangetoond tussen diepere pockets en meer aanhechtingsverlies bij verlaagde vitamine C-waarden in serum of plasma. Lage vitamine C-waarden in het bloed zijn geassocieerd met de toename van de ernst van parodontitis. Vitamine C versterkt het tandvlees en het zachte weefsel in de mond, en kan voorkomen dat de tanden los komen (1,2).
Waar het inzit: je weet waarschijnlijk al dat citrusvruchten rijk zijn aan vitamine C, maar je kunt het ook vinden kiwi, paprika, aardappelen en bladgroenten.
Vitamine A
Vitamine A-tekort in relatie tot parodontitis is vooral aangetoond in epidemiologische studies gedaan in ontwikkelingslanden. Hieruit blijkt dat een tekort aan vitamine A leidt tot meer parodontitis, al blijken tandplak en leeftijd belangrijkere determinanten te zijn. Vitamine A helpt om de slijmvliezen gezond te houden. Het voorkomt een droge mond en helpt bij het genezen van de mond (3).
Waar het inzit: Dierlijke producten als vis, ei en lever. Ook in groene bladgroenten zoals spinazie, boerenkool en in oranje gekleurde fruit en groentesoorten zoals: abrikozen, pompoen, zoete aardappelen en niet te vergeten, wortel. Deze groenten en fruit bevatten een hoog gehalte aan bètacaroteen, dat door het lichaam wordt omgezet in vitamine A.
Vitamine E
Het lijkt erop dat vitamine E uitsluitend in combinatie met andere vitamines en antioxidanten een positief effect heeft op parodontitis. In één onderzoek naar het effect van suppletie van vitamine E bij mensen met parodontitis (om de dag 200 mg) is een gunstig effect op parodontale parameters geassocieerd met ontsteking gevonden, maar geen vermindering van het verlies van alveolair bot (4).
Waar het inzit: Plantaardige oliën, noten en zaden.
VItamine D en calcium
Het meeste onderzoek is verricht naar parodontitis in relatie tot de calcium- en vitamine D-inname en uit verschillende onderzoeken komt naar voren dat deze nutriënten een rol kunnen spelen bij de preventie van parodontitis (5). Vitamine D en calcium hebben samen als belangrijke functie dat zij essentieel zijn voor de ontwikkeling van botten, gewrichten en gebitselementen.
Waar Vitamine D inzit: Vette vis, eieren, champignons en paddenstoelen, verrijkte voedingsmiddelen met vitamine D.
Waar Calcium: Zaden, kaas en yoghurt en melk, bonen, linzen en amandelen.
Magnesium
Magnesium speelt mogelijk een rol bij het behoud van gebitselementen. Deze aanname is gebaseerd op de rol van magnesium in de fysiologie en de rol in de botopbouw. Er is niet veel onderzoek, belangrijkste aanwijzingen hiervoor komen uit het onderzoek van Meisel uit 2005 (6). Uit deze experimentele studie bleek dat bij mensen ouder dan veertig jaar een lage serumconcentratie van magnesium is geassocieerd met diepere pockets en verlies van aanhechting van het steunweefsel van de gebitselementen. De testpersonen met de hogere magnesiumwaarden waren in het bezit van meer eigen gebitselementen en gebruikten allen een magnesium- supplement.
Waar het inzit: Avocado, noten en zaden, peulvruchten, tofu, volkorenproducten, groene bladgroenten.
Voedingsvezels
In een onderzoek uitgevoerd onder 60-70 jarige mannen is de rol van voedingsvezel bestudeerd. Hoe meer voedingsvezels de proefpersonen aten bij gelijkblijvende energie-inname des te geringer hun kans was op het ontwikkelen van parodontitis. De onderzoekers vermoeden dat dit komt, doordat de insulinegevoeligheid van de proefpersonen verbeterde naarmate zij meer voedingsvezels aten (7).
Waar het inzit: Volkoren graansoorten zoals: Volkorenbrood, volkorenpasta, zilvervliesrijst, quinoa en havermout. Maar ook in groenten, fruit, bonen en peulvruchten.
Toepasbaarheid
Nutriënten spelen een rol spelen bij het voorkomen van parodontitis en onderhouden van het gebit. Het afnemen van een voedingsanamnese, de anamnese beoordelen en het opstellen van een voor de patiënt bruikbaar voedingsadvies kost tijd en vergt voldoende parate kennis over voeding en parodontitis. Een samenwerking met een diëtist kan uitkomst bieden voor de patiënt.
Hieronder nog een aantal vuistregels opgesteld voor mensen met parodontitis:
Eet gevarieerd en uit de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum of Voedingspiramide.
Eet dagelijks 250 gram groenten en 200 gram fruit.
Vervang geraffineerde graanproducten door volkorenproducten.
Mijdt suikerhoudende dranken en voedingsmiddelen
Bovenstaande nutriënten/voedingsmiddelen kunnen dus bijdragen aan het voorkomen van parodontitis. Door de behandeling door de tandarts en mondhygiënist uit te breiden met hulp bij het aanpassen van het voedingspatroon, kan situatie van de cliënt met parodontitis mogelijk sneller of langduriger verbeteren.
Wanneer een tandarts of mondhygiënist een diëtist kan inschakelen?
1.Als uit een preventieve voedingsanamnese een onvolwaardige voeding blijkt
2 Als klachten niet voldoende verbeteren (behandeling niet effect sorteert dat zou moeten)
3.Als er sprake is van aanvullende risicofactoren en ziekten die de mondgezondheid beïnvloeden (denk aan overgewicht, hypertensie, diabetes).
In dergelijke gevallen is het raadzaam om niet alleen tandheelkundige hulp te bieden aan de patiënt, maar ook voedingskundige hulp om de voedingstoestand nader te beoordelen.
Tijdens de behandeling kan de diëtist helpen bij de veranderingen in het voedingspatroon. Je kan als tandartsen en mondhygiënist ook deveranderingen in het voedingspatroon zelf begeleiden.
Ik raad je natuurlijk wel aan om je daarin extra te scholen. De opleiding mondzorgkunde bevat gemiddeld maar vier uur voedingsleer. Wil je de cliënt meer informatie meegeven over hoe voeding en leefstijl een positieve rol kan spelen bij het voorkomen van parodontitis? Of geef je liever zelf advies?
Naast de e-learning voeding en mondgezondheid (20 KRM punten) geef ik ook samen met Yvonne Kort de cursus Leefstijl en Parodontitis. Doe je ook mee?
Singh, N. (z.d.). Vitamin E supplementation, superoxide dismutase status, and outcome of scaling and root planing in patients with chronic periodontitis: a randomized clinical trial. PubMed. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/23688096/
Dixon, D., Hildebolt, C. F., Miley, D. D., Garcia, M. N., Pilgram, T. K., Couture, R., Anderson Spearie, C., & Civitelli, R. (2009). Calcium and vitamin D use among adults in periodontal disease maintenance programmes. British dental journal, 206(12), 627–617. https://doi.org/10.1038/sj.bdj.2009.519
Meisel, P., Schwahn, C., Luedemann, J., John, U., Kroemer, H. K., & Kocher, T. (2005). Magnesium Deficiency is Associated with Periodontal Disease. Journal of Dental Research, 84(10), 937–941. https://doi.org/10.1177/154405910508401012
Als je uitleg geeft aan klanten over verschillende soorten suikers en koolhydraten, welke termen gebruik je dan? Of naar welke term gaat je voorkeur uit?
Laatst viel me opeens op hoeveel verschillende termen er gebruikt worden. Soms is het gewoon een moeilijk of makkelijk woord voor hetzelfde, maar vaak betekent het ook net iets anders. Laten we maar beginnen met de vraag: Wat zijn koolhydraten eigenlijk? Het is een verzamelnaam voor suiker, zetmeel en vezels. Koolhydraten zijn voedingstoffen opgebouwd uit een koolstof-, waterstof- en zuurstofatomen. Ze zijn de belangrijkste energieleverancier in ons lichaam. Alle koolhydraten worden in het lichaam afgebroken tot glucose. Hieronder een handig overzicht voor professionals.
Namen die collega’s gebruiken
Ik vroeg aan collega-diëtisten welke namen zij gebruikten. De keuze hangt af van de doelgroep. Eén collega gaf aan dat ze zo veel mogelijk de woorden van de mensen zelf gebruikt. Een andere collega zei: Ik werk met kinderen, dus hou het zo simpel mogelijk; in voeding zitten 4 types koolhydraten: zetmeel, melksuiker, vruchtensuiker en suiker. Voor sommigen is dit genoeg, anderen kun je uitgebreidere voorlichting geven. Ook voor veel volwassenen is deze simpele uitleg vaak al voldoende.
De sacchariden
Een monosaccharide is de simpelste suiker eenheid, bestaande uit 1 molecuul opgebouwd uit de hierboven geschreven atomen. Fructose en glucose zijn monosacchariden.
Disacchariden is een verbinding van twee suikereenheden aan elkaar. Maltose en trehalose zijn hier voorbeelden van,
Oligo-sacchariden zijn koolhydraten die bestaan uit een keten van 3 tot 10 mono-sacchariden.
Polysacchariden zijn koolhydraten die bestaan uit een keten van minimaal 10 monosacchariden.
De uitleg die collega’s gebruiken
Veel collega’s vertalen de ketens van moleculen naar het visuele beeld van de kralenketting. Een monosaccharide is een simpele ketting met 1 kraal. Een disacchariden, een ketting met 2 kralen. Een ketting met veel kralen is een polysacchariden. De meeste volwassenen en kinderen kunnen zich hier heel goed iets bij voorstellen.
Koolhydraten
Enkelvoudige koolhydraten zijn een andere naam voor mono-en disacchariden.
Meervoudige koolhydraten zijn een andere naam voor polysacchariden.
Complexe koolhydraten kunnen oligosacchariden of polysacchariden zijn. Omdat de keten van moleculen op meerdere plekken aan elkaar verbonden zijn worden deze koolhydraten ook wel ‘complexe koolhydraten’ genoemd.
Korte koolhydraten zijn hetzelfde als enkelvoudige koolhydraten.
Lange koolhydraten zijn hetzelfde als meervoudige koolhydraten.
Ongeraffineerde koolhydraten wordt wel industrieel bewerkt maar niet gezuiverd. Ongeraffineerde koolhydraten bevatten vaak een klein percentage voedingsstoffen.
Geraffineerde koolhydraten zijn industrieel gezuiverde koolhydraten.Raffineren is het industrieel zuiveren van chemische stof. Geraffineerde koolhydraten bevatten hierdoor geen vezels vitaminen en mineralen meer. Denk hierbij aan witmeel of suiker uit de suikerpot.
Bewerkte koolhydraten zijn koolhydraten die wel bewerkt zijn maar niet gezuiverd, zoals honing of ruwe rietsuiker.
Onbewerkte koolhydraten zijn niet bewerkt en niet gezuiverd bevinden zich in natuurlijke producten en zijn als zodanig te koop. Peulvruchten, groente, fruit en knollen bevatten deze koolhydraten.
Langzame koolhydraten bestaan uit een combinatie van twee soorten polysacchariden: vezels en zetmeel met een lage glykemische index (GI) en glykemische lading (GL). De GI en GL zijn maten waarmee de snelheid waarmee de bloedglucose stijgt wordt uitgedrukt. Producten met langzame koolhydraten zijn peulvruchten, volkorenproducten en groenten.
Snelle koolhydraten is een andere benaming voor geraffineerde koolhydraten met een hoge glykemische index (GI) en glykemische lading (GL). Hoe hoger dit getal hoe sneller de bloedglucose stijgt. Snelle koolhydraten vind je in kristalsuiker, honing, maizena, tarwebloem en witbrood.
Suikers, zetmeel en vezels
Suiker is een verzamelnaam voor alle soorten mono-en disacchariden.
Zetmeel is een verteerbare polysaccharide.
Vezels zijn onverteerbare oligo-en polysacchariden. Vezels worden ook wel prebiotica genoemd. Vezels zijn verdeelt in oplosbare en onoplosbare vezels.
Suikers, betekenis, verschillen en overeenkomsten tussen benamingen
Natuurlijke suikers is een ander woord voor ongeraffineerde suikers.
Toegevoegde suikers zijn suikers die worden toegevoegd aan voedingsmiddelen in de fabriek of thuis bij de bereiding.
Vrije suikers zijn alle toegevoegde suikers plus de suikers die aanwezig zijn in honing, siropen, vruchtensap- en concentraat.
Extrinsieke suikers zijn een ander woord voor toegevoegde suikers of vrije suikers. Deze benaming vind je vooral terug in tandheelkundige literatuur.
Intrinsieke suikers is de benaming voor suikers die van nature in producten voorkomen zoals de suikers in melk of fruit.
Melksuiker, ook wel lactose genoemd, is een disaccharide. Lactose is opgebouwd uit 1 molecuul galactose en 1 molecuul glucose. Melksuiker dankt zijn naam aan het feit dat het van nature in melk voorkomt.
Vruchtensuiker, ook wel fructose genoemd, is een monosaccharide die van nature in fruit voorkomt. Het is zowel een intrinsiek als extrinsieke suiker.
Galactose, één van de drie monosacchariden.
Druivensuiker, ook wel bekend onder de naam glucose, is een monosaccharide die van nature in druiven voorkomt.
Saccharose, komt van nature voor in bieten en suikerriet. Saccharose is opgebouwd uit 1 molecuul fructose en 1 molecuul glucose.
Mijn naam is Mirjam Oosting, ik ben 25 jaar en woon sinds vorig jaar samen met mijn vriend in Den Haag. Ik ben geboren en getogen in Groningen en heb hier de MBO-opleiding tandartsassistente gevolgd aan het Noorderpoort College Groningen. Na het afronden van deze opleiding, begon het bij mij al vrij snel te kriebelen om verder te studeren. Na een half jaar werken als tandartsassistente bij Freek Dubbeling gaf ik aan meer zelfstandigheid te willen in mijn werkzaamheden. Freek Dubbeling, een gedreven tandarts uit Groningen, spoorde mij aan om verder te gaan studeren. Om deze reden besloot ik mij aan te melden voor de HBO bachelorstudie Mondzorgkunde aan de Hogeschool Utrecht. Na de decentrale selectie werd ik aangenomen om hier te gaan studeren en begon op 19-jarige leeftijd met de studie.
Bijbaantjes en een minor ondernemen
Naast het studeren was ik werkzaam in diverse algemene tandartspraktijken, een tandartsspoedpraktijk en bij een mondhygiënistenpraktijk. Mijn sociale leventje had ik even op een wat lager pitje gezet. Ook heb ik een interessante stage mogen lopen in het Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg, hier heb ik stagegelopen binnen de vrijgevestigde mondhygiënistenpraktijk in het ziekenhuis, bij Centrum Bijzondere Tandheelkunde en op de afdeling Mond-, kaak- en aangezichtschirurgie. In het laatste jaar van de studie heb ik voor de minor ondernemerschap gekozen, welke in samenwerking was met Student Inc. Een echte aanrader! Tijdens deze minor kwam ik erachter dat een eigen praktijk écht iets voor mij is. Ik vind het leuk om altijd met mijn werk bezig te zijn. Vrienden worden ook wel eens gek van mij, dat ik het altijd alléén maar over tanden heb of dat ik hen een tandenborstel probeer aan te smeren 😉
Vertel eens over de nieuwe praktijk?
Focus Mondzorg, dat is de naam van mijn mondhygiënistenpraktijk. Ik ben tot deze naam gekomen, doordat ik altijd gefocust ben op de mondzorg. Hiernaast betekent ‘focus’ het begin van het ontstekingsproces, wanneer je dit op zoekt in het tandheelkundig woordenboek. Ook is focus het punt in het röntgenapparaat waar de röntgenstraling het apparaat verlaat.
Mirjam Oosting in haar nieuwe praktijk
Waar is de praktijk?
Als alles volgens plan verloopt, dan hoop ik per 1 september 2021 open te gaan. De mondhygiënistenpraktijk zal zich vestigen in een BIZ-gebied, in één van de leukste winkelstraten van Den Haag, namelijk aan de Denneweg nummer 66.
Wie ga je behandelen?
Mijn focus zal liggen op de patiënten in de leeftijdscategorie 25-45 jaar, dit aangezien dit de grootste populatie is binnen het centrum van Den Haag. Ook val ik zelf binnen deze categorie, hierdoor kan ik mij beter inleven in wat deze patiëntengroep belangrijk vindt aan een bezoek aan de mondhygiënist. In beginsel zal ik hier alleen werkzaam zijn en zal ik met name voorlichting -en instructie geven, gebitsreiniging -of parodontale behandelingen uitvoeren bij de volwassen patiënt. Hiernaast zal ik ook mondverzorgingsproducten gaan verkopen van het Zwitserse merk Curaprox. Patiënten kunnen bij mij enkel pinnen. Zij krijgen de factuur per mail toegestuurd en kunnen deze eventueel indienen bij hun zorgverzekeraar.
Voeding in de praktijk van de mondhygiënist. Wat zijn jouw ambities?
Mijn ambities op het gebied van voeding en mondgezondheid is patiënten bewust maken van de invloed van voeding op de mondgezondheid. Ik vraag patiënten naar hun aantal eet -en drinkmomenten op een dag, welke voedingsmiddelen zij op een dag nuttigen. Ik heb het dan met name over zure producten, deze kunnen tanderosie veroorzaken en gevoeligheidsklachten veroorzaken. Hiernaast heb ik het ook over zoete producten, welke kunnen leiden tot gaatjes. En wanneer ik aanslag ik de mond tegenkom, probeer ik te achterhalen wat de oorzaak hiervan is. Tandaanslag kan bijvoorbeeld komen door roken, drinken van koffie, maar ook door voedingsmiddelen zoals sojasaus.
Wil je gaan samenwerken met een diëtist?
Ik sta ervoor open om samenwerkingen aan te gaan met diëtisten in de buurt. Dus mocht iemand het artikel lezen en in de buurt gevestigd zijn van de Denneweg 66 in Den Haag, dan zou ik het leuk vinden als diegene contact met mij opneemt.
Wat heb je nog nodig om de samenwerking mondhygiënist-diëtist vorm te geven?
In het verleden heb samengewerkt met een diëtist in Utrecht. Ik heb toen samengewerkt met orthomoleculair diëtist Eline Meijer, eigenaar van Diëtistenhuis in Zeist. Van deze samenwerking heb ik veel kunnen leren. Ik ben met mijn darmklachten bij Eline geweest en ik van haar toen praktische tips meegekregen, waardoor mijn klachten zijn afgenomen. Samen met Eline hebben Samen met Eline heb ik ook plannen voor de toekomst. (Red:Als hier meer over bekend is zullen we dit kenbaar maken in de nieuwsbrief.)
Wat is de meerwaarde van samenwerken volgens jou?
Wat mij betreft heeft het een meerwaarde om samen te werken met een diëtist of diëtisten. Ik vind het zelf wel fijn als de diëtist verteld waar zijn/haar kwaliteiten liggen. Eline gaf bijvoorbeeld aan veel te doen op het gebied van darmklachten en te werken met probiotica. Wanneer ik hiervan op de hoogte ben, kan ik makkelijker verwijzen naar de betreffende diëtist. Ook is het fijn om diabetespatiënten te kunnen verwijzen naar de diëtist, of patiënten welke zwanger zijn. Maar dit geldt ook zeker andersom. Wanneer ik met patiënten spreek, dan komen er altijd wel andere onderwerpen aan de orde. Het gaat niet altijd alleen maar over de mond, het gaat ook over de algemene gezondheid en hierbij hoort een gezonde levensstijl mét gezonde voeding.
Op welke social media kunnen mensen je volgen?
Op social media ben ik met name op Instagram actief met het account @focus_mondzorg. Hier kunnen patiënten mij volgen voor leuke weetjes, hippe mondverzorgingsproducten en patiënten casussen. Collega’s binnen de gezondheidszorg kunnen mij hier natuurlijk ook op volgen, maar men kan mij ook toevoegen op LinkedIn.
Voor welk eten kunnen we je ‘s nachts wakker maken?
Heel slecht, maar ik ben altijd wakker te maken voor een Fuet. Ik weet dat ik minder vlees zou moeten eten, dit doe ik inmiddels ook (op advies van Eline, aangezien hier mijn darmklachten vandaan kwamen).
Aan welk voorlichtingsmateriaal met betrekking tot voeding en mondgezondheid heb je nog behoefte?
Waar ik nog op zoek naar ben, wat betreft voorlichtingsmateriaal met betrekking tot voeding en mondgezondheid, zijn met name flyers over allerlei onderwerpen, zoals:
Tandaanslag, Hoe te voorkomen en hoe kom ik ervan af?
Tanderosie, Water met citroen, is dat nou écht zo slecht?
Cariës, Mag ik dan nooit meer cola drinken?
Zwanger! Wat kan ik beter niet eten of drinken?
Ik zou het fijn vinden als het voorlichtingsmateriaal toegankelijk wordt gemaakt, met leuke afbeeldingen en met een vleugje humor.
Preventie en leefstijl bij cariës. Hoe ontstaan cariës? Wie al een tijdje meegaat leerde ooit dat het een infectieziekte was. Maar nu is er een nieuwe hypothese. Een hypothese die het belang van leefstijl ondersteunt.
De ecologische plaque hypothese
Volgens de ecologische plaque hypothese is de oorzaak van cariës gelegen in een veranderde samenstelling van de biofilm.
Darmmicrobiota en mondmicrobiota
Deze nieuwe hypothese sluit goed aan bij de bevindingen uit onderzoek. Bij een voeding hoog in fermenteerbare koolhydraten verandert de samenstelling van de bacteriën in de plak naar een meer cariogene soort. Dit komt overeen met de invloed van voeding op de darmmicrobiota. Het eten van vezels beïnvloedt de de darmmicrobiota positief. Het eten van suiker zorgt voor een shift richting dysbiose. De verhoudingen tussen de gunstige en ongunstige bacteriën is niet meer in balans.
Het is te verwachten en deels aangetoond dat de voedingsadviezen die de darmmicrobiota gezond houden ook gunstig zijn voor de mondbiotica en de samenstelling van de biofilm. Een voeding met veel onbewerkte producten met veel vezels, vitamines en mineralen en weinig suiker.
Vezels hebben een gunstig effect op de samenstelling van bacteriën. Adviseer je cliënten daarom 300-500 gram groente per dag, 2 stuks fruit en 2 x per week peulvruchten. Adviseer aanvullend volkorengraanproducten.
Ontspoorde biofilm
Cariës ontstaan op basis van een ontspoorde biofilm. Behandeling is er op gericht de biofilm te herstellen en het cariësproces tot stilstand te brengen. De biofilm in balans brengen doet de mondhygiënist of tandarts door middel van drie interventies: 1.Voedingsadvies
2.Mondhygiëne
3.Fluoride (Fluoride verhoogt de hardheid van het tandweefsel tegen inwerking van zuren).
Risico op cariës
Volgens het nieuwe denken in de cariologie is het risico op cariës verhoogd als de bacterie-samenstelling in de biofilm verandert naar meer cariogeen. Je kan dit in kaart brengen door de activiteit van de cariës te meten. Als de cariës actief zijn, is het cariës risico verhoogd. Niet-actieve cariës duiden op een verlaagd risico. Een risicoprofiel stel je op door de mondhygiëne (PMO en anamnese) , fluoride (anamnese), speeksel (PMO en speekselonderzoek), algemene gezondheid (medische en sociale anamnese) en voedingssgedrag (preventieve voedingsanamnese) in kaart te brengen.
Preventie
De behandeling van caviteiten bij jeugdigen is vooral PREVENTIE. Tijdens de nascholing over de KIMO-richtlijn was dit een van de belangrijkste boodschappen. Het advies is om vanaf 9 maanden het basisadvies cariës-preventie in te zetten. Voor het gemak nog even de basis-adviezen van het ivoren kruis, aangevuld met wat aandachtspunten.
Het basisadvies cariës-preventie
Mondhygiëne en fluoride
Poets de gebitselementen 2x per dag 2 minuten met de juiste fluoride tandpasta.
Voor kinderen van 2-4 is dit fluoride peutertandpasta
Voor kinderen van 5 jaar en ouder is dit een kinder-of junior tandpasta
Voor kinderen van 0-1 jaar is het advies 1 x per dag te poetsen (na doorbreken eerste tand) met de fluoride peuter tandpasta.
Laat ouders de tanden napoetsen tot een leeftijd van ongeveer 10 jaar
Aanvullend fluoride gebruik is in overleg en persoonsgebonden
Basisadvies Voeding
Maximaal 7x per dag eten of drinken. 3 hoofdmaaltijden (ontbijt, lunch, avondeten) en maximaal 4 tussendoortjes per dag.
Een vuistregel is: na eten of drinken minstens 2 uur niets meer nemen. Dit zou voor een jong kind neerkomen op maximaal 5 eetmomenten.
Dit komt ook overeen met onderzoek naar eetmomenten uitgevoerd door de gezondheidsraad.
Een uur voor het tandenpoetsen geen zure producten eten of drinken.
Geen voeding of dranken na het laatste tandenpoetsen om de fluoride goed te laten inwerken.
Benadruk dat het belangrijk is andere oplossingen te zoeken voor de zuigbehoefte van een kind. Eventueel in overleg met een lactatiekundige, diëtist of logopedist, afhankelijk van de hulpvraag.
Het is zinvol om samenwerking met een diëtist te overwegen. Er zijn al diverse diëtisten werkzaam in tandartsenpraktijken.
Inspiratie voor deze blog
Voor deze blog heb ik me laten inspireren door Niek Opdam en Margo de Groot- Nievaart, sprekers tijdens de nascholing van de NWVT over de KiMO richtlijn.
Meer weten? De complete Nascholing Voeding en Mondgezondheid gaat ook in op de microbioom en de rol van probiotica.
Uit onderzoek is gebleken, dat hoewel veel mondzorgprofessionals weten dat er doorverwezen kan worden naar de diëtist, dit in de praktijk weinig gedaan wordt. Dat kan anders: voeding begint tenslotte in de mond! Zelf ben ik een groot voorstander van preventie en ik denk dat er voor mondzorgprofessionals een belangrijke signaalfunctie ligt. Zo wordt mondzorg in de toekomst niet alleen dé plek is voor behandeling, maar ook voor preventie! Iets waar we anno 2021 echt op moeten inzetten middels een interdisciplinaire samenwerking. Zo kunnen klachten eerder gesignaleerd worden, ongezonde gewoontes eerder aangepakt worden en kunnen ziektebeelden misschien wel voorkomen worden. Op naar een gezonde mondgezondheid voor op de lange termijn!
Voor mijn afstudeeropdracht onderzoek ik de samenwerking tussen mondzorgprofessionals en diëtisten, met de hoop het aantal doorverwijzingen vanuit de mondzorg naar de diëtetiek te verbeteren in de toekomst. Dus: ben jij tandarts, mondhygiënist, preventie assistent of eerstelijns diëtist? Meld je aan voor een telefonisch of Zoom interview van 15-tot 30 minuten en deel jouw ervaringen! Nog niet overtuigd? Ik mag onder de deelnemers 10 x het boek Voeding en Mondgezondheid verloten: de praktische handleiding voor (para)medici! Mag ik jou enkele vragen stellen? Ik kom graag in contact. Meld je aan via het contactformulier.
Wij zullen de resultaten van het onderzoek ook publiceren in de nieuwsbrief en op deze site.
In dit artikel vind je een snel screeningsinstrument om de immuunfitness van je patiënt te testen. Dit is belangrijk. Begin 2021 trad de nieuwe richtlijn parodontologie in werking als praktijkrichtlijn.
Immuunfitness is een woord dat recent werd geïntroduceerd in de parodontologie door prof. dr. Bruno Loos parodontoloog bij de ACTA. Is het toeval dat prof. Loos studeerde ook een tijd in Loma Linda, een van de blue zones van de wereld. Een blue zone is een gebied waar mensen gezonder leven. Het gevolg: mensen die leven in de blue zones worden ouder dan in andere gebieden. Leefstijl is een van de vijf factoren die immuunfitness bepalen. Hoe voer je een snelle screening uit in de praktijk? Om je te helpen maakte ik dit handig overzicht:
Waarom is het belangrijk voor tandartsen en mondhygiënisten om de immuunfitness te weten?
De immuunfitness bepaalt de gastheer-respons op de ontsteking. De ontsteking blijft voorduren als de immuun-respons niet adequaat is. Dit kan leiden tot het chronisch worden van de aandoening. De immuunrespons wordt beïnvloedt door de volgende factoren:
genetische en epigenetische factoren
co-morbiditeit
lokale, tandheelkundige en willekeurig acterende factoren
pathobionten in een dysbiotische subgingivale biofilm
leefstijlfactoren
Niet alle bovenstaande factoren zijn door de tandarts, mondhygiënist of patient te beïnvloeden. En juist over die beïnvloedbare factoren wil ik het graag hebben. Want hoe screen je nu snel in de beïnvloedbare leefstijlfactoren in de praktijk?
Tijdens het zeer informatieve webinar van de NVVPover de richtlijn parodontologie worden de volgende factoren onder leefstijlfactoren geschaard:
roken
diabetes mellitus, indien ontregeld*
stress
voeding
beweging
*Diabetes mellitus is strikt genomen geen leefstijlfactor, maar een ziekte of co-morbiditeit.
Leefstijl-screening mondjesmaat
Het is niet in alle praktijken gangbaar om de leefstijl te screenen. Samen met Tiffany Claus ontwikkelde ik een tool (de informed-app) om de leefstijl te screenen. In de praktijk wordt dit nog maar mondjesmaat gebruikt. Vanaf nu kan een leefstijl-screening niet meer uitblijven in de tandheelkundige of mondzorgpraktijk. Met de nieuwe richtlijn parodontologie ontkom je er niet meer aan. Om de drempel te verlagen introduceer ik hierbij de 5 minuten leefstijl screening voor tandartsen en mondhygiënisten:
Breng het rookgedrag in kaart. De prognose parodontitis is slechter bij ≥10 sigaretten per dag.
Diabetes Mellitus:
Een goed ingestelde diabetespatiënt heeft een betere prognose bij parodontitis. Daarom is het belangrijk om in kaart te brengen of je patiënt goed is ingesteld. Neem eventueel contact op met de huisarts, praktijkondersteuner, diëtist of diabetesverpleegkundige om de glucosewaarden verder te verbeteren met voedingsadvies (eventueel in combinatie met medicatie)
Hieronder vind je de normaalwaarden bij diabetes:
Nuchter bloedglucose tussen 4,5 en 8 mmol/l.
Bloedglucose 2 uur na de maaltijd ≤ 9 mmol/l.
HbA1c voor mensen jonger dan 70 jaar: ≤ 53
HbA1c voor mensen ouder dan 70 jaar (en korter dan 10 jaar diabetes mellitus: ≤ 58
HbA1c voor mensen ouder dan 70 jaar (en langer dan 10 jaar diabetes mellitus: ≤ 64
Aanvullende aandacht voor het reguleren van de glucosewaarden is noodzakelijk als:
Nuchter bloedglucose ≥ 8 mmol/l.
Bloedglucose 2 uur na de maaltijd ≥ 9 mmol/l.
HbA1c voor mensen jonger dan 70 jaar: ≥ 53
HbA1c voor mensen ouder dan 70 jaar (en korter dan 10 jaar diabetes mellitus: ≥58
HbA1c voor mensen ouder dan 70 jaar (en langer dan 10 jaar diabetes mellitus: ≥ 64
HbA1c als een maat voor diabetescomplicaties
Het HbA1c (of glyHb) geeft het percentage geglycolyseerde (versuikerde) rode bloedcellen aan. Glucose gaat een verbinding aan met de rode bloedcellen, die een levensduur hebben van 2-3 maanden. Het HbA1c weerspiegelt dus het gemiddelde glucosegehalte in de voorafgaande 2-3 maanden. Hoe hoger het bloedglucose, hoe hoger de glycolysatie. Bij mensen zonder diabetes is het HbA1c 20-42 millimol per mol. Dit glycolysatie proces is exact hetzelfde proces dat zorgt ook voor het ontstaan van Advanced Glycolysation Endproducts (AGE’s), welke mede verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van diabetes complicaties. Hoe hoger dus het HbA1c, hoe hoger de kans op complicaties.
Stress
Hoe meet je stress? Voor het uitvragen van stress kan je de Holmes-Rahe Stress Inventory gebruiken. (Deze is ook in de informed-app aanwezig). Deze vragenlijst kunnen patiënten eenvoudig invullen in de wachtkamer. De vragenlijst bestaat uit 43 vragen. De patient vult alle grote ‘live-events’ die het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden in op de lijst. Op de lijst staan onder andere een huwelijk, verhuizing, geboorte, vakantie, een financiële lening. Al deze gebeurtenissen leveren een bepaalde mate van stress. Om een voorbeeld te geven. De dood van een partner geeft de meeste stress; 100 punten een verkeersboete de minste 11 punten. Om de uitslag te interpreteren kan je het volgende aanhouden:
≤ 150 punten: de kans op stress gerelateerde gezondheidsklachten is relatief laag.
150 tot 300 punten: 50% kans op gezondheidsproblemen gerelateerd aan stress in de komende 2 jaar
≥300 punten: 80% kans op gezondheidsproblemen in de komende 2 jaar, volgens het statistische voorspellingsmodel van Holmes-Rahe
Neem in je overweging ook mee of doorverwijzing naar een psycholoog voorrang heeft op de (initële) paro-behandeling
Beweging
Om een inschatting te maken van de hoeveelheid beweging kan je de beweegnorm gebruiken. Indien de patiënt onder de beweegnorm komt is het zinvol hier ook actie op te ondernemen. Iemand zit onder de beweegnorm als deze:
vaak stilzit
≤ 2,5 uur per week matig intensief beweegt
≤ 2 keer per week activiteiten ontplooit die spieren en botten versterken
Samenwerken met een leefstijl coach, fysio of fitness instructeur kan zinvol zijn.
Voeding
Het beoordelen van de voeding doen we in twee stappen:
1. Wat iemand eet (voedingskwaliteit).
2. hoeveel iemand eet (energie-inname).
Voedingskwaliteit
Wil je heel snel een indicatie van de gezondheid van de voeding vraag dan in ieder geval het groente, fruit en suikergebruik uit. Hieronder vind je een overzicht met de interpretatie.
Extra aandacht voor voeding is in ieder geval nodig als patient het volgende eet:
≤ 200 gram groente per dag (snelle check: helft van bord avondmaaltijd gevuld met groente) ≤ 200 gram fruit per dag (dit is gemiddeld 2 stukken fruit van 100 gram) Klein fruit zoals pruimen en kiwi’s wegen de helft. ≥ 1 glas alcohol per dag (7 per week) ≥ 25 gram toegevoegde suikers per dag (uit ontbijtgranen, suikerrijke dranken, snoep, koek, gebak etc)
Je kan bovenstaande vragen uitbreiden met de volgende vragen: ≤ 1 x per week (vette) vis (geen gefrituurde en gepaneerde vis) ≤ 1 x per week peulvruchten (bonen, linzen, erwten) ≥ 3 x per week rood en bewerkt vlees Kiest voornamelijk voor producten zonder volkoren label (geraffineerd brood, rijst en pasta)
Als op basis hiervan de voeding onvolwaardig lijkt te zijn, neem dan een uitgebreide voedingsanamnese af of verwijs door naar een diëtist. Uiteindelijk moet voor optimale behandeling de patiënt ook gezonder gaan eten.
Wil je graag een volledige voedingsanamnese gericht op parodontitis afnemen om een nog betere risicoinschatting te maken? In de informed-app is een voedingsanamnese gericht op parodontitis aanwezig voor iedereen die de voedingsanamnese een onderdeel wil maken van de leefstijl screening. Ben je daar nog niet aan toe? Je kan ook samenwerken met een diëtist. Heb je het gevoel over onvoldoende kennis te beschikken volg dan de nascholing voeding en mondgezondheid voor tandartsen en mondhygiënisten.
Lengte en gewicht zeggen iets over energie-opname ten opzichte van het verbruik. Het is een indicatie of de patiënt voldoende, te veel of juist te weinig eet. Reken daarom altijd de BMI van je patiënt uit. Vooral omdat buikvet een belangrijke rol speelt bij de immuunfitness. Hierover spreken we uitgebreid in de e-learning voeding en mondgezondheid tandarts en mondhygiënist. Let op onderstaande uitslagen zijn voor patiënten tussen de 19 en 69 jaar. De afkapwaarden voor 0-18 jarigen en 70+ zijn anders:
BMI: 19-69 jaar
≤ 18,5 Ondergewicht 18,5 tot 25 Gezond gewicht 25 tot 30 Overgewicht ≥30 Ernstig overgewicht (obesitas)
BMI: 70 jaar en ouder
≤ 22 Ondergewicht 22 tot 28 Gezond gewicht 28 tot 30 Overgewicht ≥30 Ernstig overgewicht (obesitas)
Je kan de BMI uitrekenen door de lengte in het kwadraat te delen door het gewicht. Je kan ook gebruik maken van een BMI-calculator. Nog belangrijker is patiënten hun middel op te laten meten. Patiënten kunnen dit thuis zelf doen. De middelomtrek van een man moet minder zijn dan 94 (gemeten over de navel). Die van een vrouw minder dan 80 centimeter.
Middelomtrek man:
normaal: ≤ 94
verhoogd: 94 tot 102 cm
te hoog ≥102 cm
Middelomtrek vrouw:
normaal: ≤ 80
verhoogd: 80 tot 88 cm
te hoog ≥ 88 cm
Voor alle meetwaarden geldt natuurlijk dat er uitzonderingen zijn (groepen of omstandigheden waarbij je deze meetwaarden anders moet interpreteren.
Knijpkrachtmeting
Alhoewel er geen directe voorspellende relatie is tussen parodontitis en de knijpkracht, kan een knijpkrachtmeting wel helpen om de fysieke fitheid van een persoon te meten. Het gebruiken van een hand dynamometer geeft je goede informatie over de spiermassa in het lichaam. Daarnaast helpt het de patiënt te ervaren dat de totale gezondheid en de mondgezondheid niet los van elkaar gezien kunnen worden. Meer lezen over het verrichten van een knijpkrachtmeting vind je hier.
November 2020 krijg ik via de website een whatsapp-berichtje van een mondhygiënist: Ik heb een patiënt (vrouw 43) die ik parodontaal niet onder controle krijg. Er is geen subgingivaal tandsteen aanwezig in de pockets en de patiënt heeft een goede mondhygiëne. Het bloedingspecentage is te hoog en de pockets reduceren niet. Er is een bacteriekweek gedaan en daar komt niets uit. Ik heb samen met een collega naar deze patiënt gekeken. We weten het niet goed meer. Het bloedglucose van mevrouw is geprikt. Deze was normaal. Mevrouw gebruikt geen medicatie en heeft een normaal postuur. Zij slikt geen extra vitamine D. Ik heb de voeding nooit uitgebreid besproken. Ik wil mevrouw laten prikken op een aantal vitamines en mineralen. Om te kijken of daar een oorzaak ligt. Heeft u suggesties?
Mijn advies is om niet als eerste op vitamines en mineralen te testen, maar eerst eens te kijken of de voeding van mevrouw volwaardig is. Mijn advies is om eerst een voedingsanamnese af te nemen. In december 2020 nemen 2 studenten van de Hogeschool van Amsterdam telefonisch een voedingsanamnese af bij de patiënt. Zij gebruiken hiervoor de dietary history methode. Zij vragen 1 dag door de weeks en een dag in het weekend na.
Voedingsanamnese
Ontbijt
Wisselt tussen yoghurt (meestal Griekse met 10 procent vet)
In yoghurt kaneel en blauwe druiven of blauwe bessen of
1 snee bruin brood met kipfilet.
1-2 koppen groene thee of zoethout thee zonder suiker en melk
Tussendoor ochtend
2 koppen koffie zwart.
1 rijstwafel meergranen met filet american of kipfilet
Af en toe iets zoet ipv rijstwafel, bijvoorbeeld speculaas.
Lunch
constanter tijdens werk. Wisselt thuis nu met Covid-19.
1-2 sneetjes bruin brood met filet american of kipfilet of tosti met kaas
2-3 x per week eitje (gekookt of gebakken in vloeibare margarine)
In het weekend meestal twee worstenbroodjes
Tussendoor middag
Fruit, maximaal 3 keer per week bijvoorbeeld banaan of appel.
Groenten wel soms tussendoor, avocado of wortels. Alleen niet met constante regelmaat.
Ook thuisgemaakte soep tussendoor (nu ze thuiswerkt regelmatig)
Geen zoete dranken alleen 1 keer per week jus d orange.
groene thee of zoethout thee zonder suiker en melk
In het weekend borrel: 1 handje nootjes gemengde ongezouten noten Blokjes kaas 50-75 gram of dun gesneden serranoham 50 gram.
Ma-do geen alcohol. In het weekend- wijntje (1 fles)
Avondmaaltijd
Aardappelen niet tot nauwelijks Meestal rijst= zilvervliesrijst of basmati rijst of pasta (wit). Hoeveelheid 4-5 opscheplepels. Probeert vooral te luisteren naar haar lichaam. Is zich bewust dat ze soms te veel eet.
Vlees vooral rundvlees of kip. 1-2 x per week vis. Meestal zalm of witvis (pangasiusfilet), blikje tonijn soms voor salade Hoeveelheid 100-150 gram.
Half bord groenten broccoli of boontjes of roerbakpakket (gewicht onbekend)
Geen sauzen en jus over gerechten. Bij Aziatisch gerecht wel woksaus en ketjap.
Zout toegevoegd aan het kookwater
Verdeeld over de dag
1,5 liter water.
Bevindingen uit de anamnese
BMI en gewicht
De BMI van mevrouw is 26,2. Haar gewicht is nu 82 kilogram met een lengte van 1,77m. Een BMI hoger dan 25 betekent overgewicht. Om op een BMI tussen de 20-25 (normaal gewicht) te komen zou mevrouw maximaal 78 kg mogen wegen. Het advies is om het gewicht te reduceren en daarbij vooral de hoeveelheid buikvet als leidraad te nemen. Wij adviseren om in de praktijk de buikomvang te meten of de middel-heup ratio.
Waarom?
Parodontitis komt vaker voor bij mensen met overgewicht dan bij mensen zonder overgewicht. Dit heeft met name te maken met de productie van cytokinen (door buikvet) in het lichaam en dus ook invloed heeft op de toestand van het parodontium. Bij energie inname staat de kwaliteit van voeding centraal staan. Een kwalitatief goede voeding bestaat uit zo min mogelijk bewerkte producten.
In het weekend is de gerapporteerde energie-inname hoger dan (2228 kcal) dan die van een (1306 kcal) doordeweekse dag. Het is aannemelijk dat mevrouw meer energie binnenkrijgt dan uit de anamnese is gekomen of een minder actieve levensstijl heeft dan is aangenomen. Er lijkt sprake te zijn van onderrapportage. De gemiddelde energiebehoefte van mevrouw op basis van leeftijd en lichte/ matig bewegingspatroon is 1873 – 2146 kcal/dag.
Vezels
De inname van voedingsvezels (gemiddeld 16 gram per dag) is te laag. Het advies is minimaal 25 gram per dag. Een hogere vezelinname draagt bij aan het verzadigingsgevoel. Dit kan zorgen voor een reductie aan energie inname en heeft dus ook invloed op het gewicht. Onderzoek toont eveneens aan dat proefpersonen met een hoge vezelinname minder vaak parodontitis ontwikkelen dan mensen met een lage vezelinname.
Advies:
Eet volkorenbrood, let bij de aankoop van brood op het vezelgehalte. Kies voor volkorenpasta en zilvervliesrijst. Meng dit eventueel eerst met de witte variant, zo kan de smaak wennen. Eet voldoende groente en fruit, belangrijke leveranciers van voedingsvezels. Aan de yoghurt kan men haverzemelen, noten en zaden toevoegen voor extra vezels. Denk aan lijnzaad, chiazaad, maanzaad etc.
Zoutinname
De maximale dagelijkse hoeveelheid zout is 6 gram per dag. De zoutinname van mevrouw op een gemiddelde doordeweekse dag is iets hoger dan 6 gram. In het weekend veel te hoog, bijna 10 gram.
Advies:
Het advies is om de hoeveelheid zout te verlagen. Dit kan door als tussendoortje te kiezen voor onbewerkte groente, fruit en ongezouten noten en de hoeveelheid gezouten snacks en kant-en-klaar producten, kaas en vleeswaren te beperken (deze dragen voor 80% bij aan de zoutinname. Ook andere gemaksproducten bevatten veel zout zoals sauzen, bouillonblokjes, curry en andere dergelijke pasta’s. De verpakking lezen helpt bij de besluitvorming. Om de zout (natrium) inname te reduceren is het belangrijk om te letten op de hoeveelheid zout die een product bevat en bescheiden zijn met het toevoegen van zout aan de maaltijd. Daarnaast kan het vervangen van zout met kruiden ook een passende optie zijn. Denk eraan dat de zout richtlijn op 6 gram per dag staat!
Er is zover ik weet geen direct verband tussen parodontitis en de zoutinname, maar wel met de algehele gezondheid. Naast zout heeft zoethout thee ook invloed op de bloeddruk.
Alcoholgebruik
Mevrouw drinkt in het weekend meer dan 1 glas per dag. De aanbeveling is niet meer dan 1 glas per dag te drinken en bij voorkeur niet. Alcohol gebruik heeft een negatief effect op parodontis. Meer hierover leest je hier. Ik schreef ook eerder deze blog.
Advies:
Geen alcohol
Fruit en groente inname
Op dit moment eet mevrouw maximaal drie stuks fruit per week. Dat is minder dan de aanbeveling van 2 stuks per dag. De hoeveelheid groente die mevrouw eet lijkt voldoende. Een half bord is meestal wel rond de 250 gram.
Advies:
Wij willen haar adviseren bewust te letten op voldoende inname van groente en fruit. Ze kan deze richtlijn aanhouden: (minimaal) 200 gr fruit en (minimaal) 250 gr groente per dag moet het streven worden.
Uit de anamnese blijkt aanvullend dat haar calciuminname (400 mg) laag is. Bij parodontitis is een minimale inname van minimaal 500 mg wenselijk. Magnesium, ijzer en B-vitamines zijn bij mevrouw ook aan de lage kant. Het is zinvol om de inname te verhogen door de voeding te optimaliseren. Als leidraad kan ze hierbij de schijf van vijf of de Voedingspiramide gebruiken. Voor de inname van voedingsstoffen verwijs ik naar de tabel helemaal onderaan de pagina.
Tot slot adviseren wij haar contact op te nemen met een diëtist, bij voorkeur met kennis over de relatie tussen voeding en parodontitis. De diëtist helpt bij het implementeren van een gezond voedingspatroon.
Tips voor in de praktijk:
Meet de middelomtrek (en weeg de patiënt). Het is niet altijd makkelijk te zien of iemand overgewicht heeft
Neem een voedingsanamnese af en/ of werk samen met een diëtist. Meer over vergoedingen van een voedingsadvies vind je hier.
De meeste Nederlanders eten onvoldoende groente en fruit blijkt uit de laatste voedselconsumptiepeiling. Je kan hier dus bijna aan iedereen wel advies over geven. Een voorbeeld voeding vind je hier.
Wil je ook eenvoudig voedingsanamneses afnemen in je praktijk, kijk dan hier. Het programma kent vier verschillende anamneses om zelf screening in de praktijk uit te voeren.
Iedereen vindt het wel lekker om op de bank te zitten en tv te kijken. Kinderen vinden dat natuurlijk ook. Voor ouders is het makkelijk als de kinderen bezig zijn, helemaal als je voor je werk een gesprek moet voeren of aan het koken bent. Kinderen vinden het heerlijk om vermaakt te worden. Er zijn erg leuke informatieve programma’s, waar kinderen zeker iets van kunnen leren. Tijdens het kijken naar de televisie zien kinderen ook reclame.
Reclame en cariës
Voor kinderen is het lastig om onderscheid te maken tussen reclame en informatieve programma’s. De reclames hebben negatieve effecten op de gezondheid van het kind. In een onlangs verschenen Amerikaans onderzoek over de invloed van TV kijken op het ontstaan van cariës bij schoolkinderen vonden onderzoekers een verband met de mondgezondheid. De onderzoeksgroep concludeerde dat kinderen tussen de 10 en 12 jaar, die meer dan 90 minuten per dag tv kijken, meer kans hebben om cariogeen voedsel te consumeren. Een belangrijke oorzaak hiervan is de reclame gericht op kinderen. Nu is het zo dat de regels voor TV-reclame voor kinderen in Nederland anders zijn dan in Amerika, dus in hoeverre de onderzoeksresultaten voor Nederland gelden is niet helemaal duidelijk.
Regelgeving Nederland
In Nederland zijn ze al langer bezig met het beperken van reclames voor ongezonde voedingsmiddelen. Reclames gericht op kinderen jonger dan 12 jaar zijn niet toegestaan. Uitzondering hierop is als het initiatief wordt ondersteund door de overheid of een andere erkende organisatie op het terrein van voeding en gezondheid. Reclame voor gezonde producten zoals appels en peren is wel toegestaan. Wel is het zo dat de regels voor kindermarketing volgens sommige ook in Nederland nog niet streng genoeg zijn. Nog steeds zie je in de supermarkt verpakkingen met afbeeldingen van stripfiguren zoals Dora en Spongebob. Ouders zijn niet ongevoelig voor de wensen van hun kind en kopen onder invloed hiervan meer suikerrijk voedsel.
Kritiek
In de Reclamecode gepubliceerd 1 februari 2019, is afgesproken dat kinderidolen van de verpakking zullen verdwijnen. Volgens de consumentenbond zijn hiermee kinderen nog steeds niet voldoende beschermd tegen kindermarketing voor ongezonde producten. De industrie hanteert de eigen criteria, hierdoor is kindermarketing nog steeds mogelijk. De Consumentenbond probeert ervoor te zorgen dat de fabrikanten de speciaal opgestelde WHO-criteria of de Schijf van Vijf criteria gebruikt. De Consumentenbond zit in het bestuur van de Stichting Reclame Code. Zij geven aan dat zij de nieuwe reclamecode niet hebben ondertekend, omdat zij de overgangstermijn van bijna anderhalf jaar te lang vinden. De consumentenbond is niet de enige die kritisch is over kindermarketing. EOS Wetenschap heeft ook een interessante blog geschreven over kindermarketing.
Dan maar zelf!
Waarschijnlijk duurt het nog wel even voordat wetgeving geregeld is. Daarom hier alvast een aantal tips om om te gaan met kindermarketing! Diëtisten, tandartsen en mondhygiënisten die zich bezighouden met voeding en preventie kunnen deze tips meegeven aan ouders.
Tips die je mee kan geven aan ouders:
Neem uw kind niet mee naar boodschappen
Geef uw kind beloning voor fruit/groenten, zodat ze iets kunnen sparen bij gezond eten
Maak afspraken met uw kind voor om 1 keer in het week ongezond te eten (tot die tijd zullen ze wel gezond moeten eten)
Haal hoeveelheden in huis die per week genuttigd mogen worden
Beperk de tijd voor het kijken van televisie
Laat uw kind naar Youtube Kids kijken en niet naar Youtube (gewone Youtube heeft veel reclames tussendoor en veel product placement)
Leer kinderen wat reclame en product placement is
Geef de folder mee. Download gratis de kinderfolder
E-learning Mondhygiënist downloaden
Ben jij een KRM mondhygiënist en wil je meer over dit onderwerp weten? Je krijgt 20 mondzorg punten voor het volgen van de e-learning voeding en mondgezondheid. Diëtisten ontvangen 19,5 ADAP punten voor het volgen van de e-learning voeding en mondgezondheid voor diëtisten.
Invisalign was de eerste op de markt met plastic doorzichtige beugels die je bijna niet zag. Net als bij Chocomel, wordt de merknaam daarom ook gebruikt om de plastic hoesjes mee aan te duiden, ook al zijn er inmiddels verschillende andere merken op de markt.
De schrijfster van de blog heeft er nu zelf ook één! 12 jaar geleden begonnen twee tanden in mijn onderkaak, (die in de pubertijd netjes waren rechtgezet met een beugel), verder naar achter te staan. Eerst een klein beetje, toen steeds meer. Het schoonhouden werd moeilijker en ook verloor ik een stukje tand. Volgens de tandarts het gevolg van de nieuwe stand.
Voorkomen beter dan genezen
De schuiving begon met een kleine verandering. Ik vind het belangrijk dat de mondhygiënist en de tandarts deze verschuiving signaleren en gelijk bespreken met de patient. Het is preventie als de mondhygiënist of tandarts aangeven: Ik zie een verschuiving vergeleken met een jaar geleden. Dit stopt niet automatisch, wat gaan we doen? Dit verwacht ik van mijn mondzorgverlener en hoort naar mijn mening onderdeel te zijn van de lange termijnstrategie dat je samen met opstelt: Het zorgplan.
Lang verhaal kort, mijn mondzorgverleners (in Nederland, Amerika en Engeland) bespraken een dergelijke lange termijndoelstelling niet en nu heb ik dus een ‘onzichtbare beugel.’
Preventie begint bij monitoren
Voorkom dat je patiënten voor de tweede keer moeten beugelen, door de stand van de tanden goed te monitoren en te bespreken wat de mogelijkheden zijn (preventief en curatief), de kosten (op korte en lange termijn) en de voordelen voor de gezondheid (op korte en lange termijn).
Hiervoor is de Informed-App een uitstekende tool, waarbij de zorgverlener de cliënt helpt na te denken over de lange termijn effecten en doelen van mondzorg en het maken van een zorgplan voor de lange termijn. Acute problemen kunnen ingebed worden in de lange termijnvisie die de patient samen met de mondzorgverlener heeft bepaald. Dit gesprek kan ook prima op afstand plaatsvinden. Soms is dit misschien zelfs beter, omdat mensen letterlijk meer afstand ervaren en daardoor mogelijk minder sociaal wenselijk antwoorden. Je kan het gespreksverslag documenteren en ook naar de cliënt sturen. Voor het vervolgconsult kan je ook de client vragen om de informatie en afspraken nog eens door te nemen. En te vragen of dit nog steeds van toepassing is. Het kan immers zo zijn dat werkomstandigheden, wensen en een financiële situatie is veranderd. Enkele overwegingen die bepalen of aligners een passende oplossing zijn voor de patiënt vind je hieronder.
Mogelijkheid tot goed reinigen
Natuurlijk verhoogt Invisalign het risico op cariës. De natuurlijke speekselvloed kan de tanden niet schoonhouden als deze beschermt wordt door een hoesje. Dus voordat de aligners in gaan moeten de tanden goed schoongemaakt worden. Dat betekent dat de cliënt na iedere maaltijd heel goed de tanden moet poetsen en tussen je tanden moet reinigen, want bacteriën hebben vrij spel! Een beetje reinigen of half reinigen uit zich aanzienlijk sneller in caviteiten.
Ik zou per definitie aanraden om geen zoetigheid te gebruiken, ook niet bij de maaltijden, omdat er meer kans is dat er suiker achterblijft op de tanden. Thuis kan je prima je gebit zeer goed reinigen na iedere maaltijd, maar in restaurants of onderweg is dat niet altijd evident. Het werk wat je cliënt doet kan daarom zeker van invloed zijn op de keuze voor Invisalign.
Adviseer je cliënten een flesje water mee te nemen en meerdere tandenborstels te kopen, zodat er in elke jaszak of tas een zit. Geef ook wat kleine tubetjes tandpasta mee, want juist nu is die extra bescherming tegen cariës zo belangrijk.
De voedingsadviezen ter preventie van cariës bij een droge mond zijn zeer toepasbaar voor Invisalign-gebruikers. Weeg ook af of extra preventieve maatregelen nodig zijn zoals sealants.
Drankadvies
In de informatie van Invisalign staat dat je geen zoete dranken zou moeten drinken als je de ‘aligners’ in hebt, maar ik zou dit ook zeker niet adviseren als de ‘aligners’ niet in de mond zitten. Ik beschouw de adviezen die bij monddroogte gelden zeer actueel bij Invisalign. Warme suikervrije dranken kan je beter ook niet innemen om dat het plastic niet goed bestand is tegen hitte. Koffie kan de retainers kleuren, maar dat is een tijdelijk probleem, aangezien je wekelijks de aligners wisselt. Zelf durf ik wel te adviseren om mensen ook koude groene thee te laten drinken voor de afwisseling (ook nog eens rijk aan stofjes die de aanhechting van S. Mutans beïnvloeden, maar het is aan de individuele zorgverlener om te besluiten of dit geschikt is. Alleen water drinken is een makkelijk te onthouden regel, welke ook niet zo makkelijk verkeerd geïnterpreteerd kan worden. Als je groene thee adviseert moet je er alweer bij vertellen dat deze koud moet zijn en zonder suiker. En dit moet je dan ook nog meegeven op papier. En als je helemaal volgens de regels van een good practice wil werken moet je de patient ook nog het verhaal in zijn eigen woorden laten herhalen om te controleren of het goed is begrepen
Niet geschikt bij risico op ondergewicht
Bij voorkeur draag je de ‘aligners’ 20-22 uur per dag. Dat betekent dat je korte periodes hebt waarin je kan eten. Een perfecte manier om op gewicht te blijven. Na elk eetmoment moet je erg goed poetsen, dus dat weerhoudt je er zeker van om vaker dan 3 keer per dag een maaltijd of tussendoortje te nuttigen. Het is een publiek geheim dat Invisalign dragers vaak gewicht verliezen. Na ieder eetmoment moeten de tanden goed gereinigd worden, wat de meeste mensen ervan weerhoudt om tussendoor wat in de mond te stoppen. Dus niet meer proeven tijdens het koken of naar de kast lopen bij verveling!
Voor mensen die snel last hebben van ondergewicht is Invisalign misschien minder geschikt. Maak deze pro’s en con’s voor je patiënt inzichtelijk tijdens het shared-decision proces.
Hypoglycemie
Patiënten kunnen ook last hebben van wisselende bloedsuikers, met als meest bekende resultaat de vier-uurs dip! Als je cliënt hier door de dag heen last van heeft kan er sprake zijn van ideopatische reactieve hypoglycemie. Voor deze groep is het lastig om maar 3 x per dag te eten. Het aan te raden de voeding te normaliseren naar een voeding met een lage glycemische lading, welke als bijkomend voordeel heeft dat deze voeding laag cariogeen is! Een diëtist kan hierbij helpen. Meer over deze adviezen vind je in de Elearning tandarts
Risico-analyse
Maak voordat je invisalign adviseert een cariës risico-analyse (Informed-app). Dit doe je met (recente informatie) uit het PMO, de zelfzorganalyse, de voedingsanamnese en de sociale anamnese. Breng ook de wensen en verwachtingen van de cliënt in kaart. Je kan dan goed de voor-en nadelen met de cliënt afwegen en later bij een eventueel geschil altijd onderbouwen waarom de behandelwijze is gekozen. Ook kan je hiermee onderzoeken of sealen of extra fluoride bescherming een overweging kunnen zijn. En of een ander beugeltype beter past.
Vragen die je je hierbij kan stellen zijn?
Laten de leefomstandigheden het toe om de invisalign dagelijks minimaal 20-22 uur in te houden? (zakendiners, borrels beperken deze tijd bijvoorbeeld).
Is het voor de client mogelijk om na iedere maaltijd de tanden goed te reinigen? (is hij veel onderweg, is er beschikking over water, werkomstandigheden, etc).
Kan de cliënt het aantal eetmomenten beperken? (ivm gezondheid (ondergewicht/ specifiek dieet) of werkomstandigheden (chefkok))
Is er risico op ondergewicht? (vul de risico-analyse in)
Ben jij een KRT tandarts, KRM mondhygienist of dietist en wil je meer over dit onderwerp weten? Je krijgt 20 KRT punten / KRM punten /19,5 STADAP punten voor het volgen van de e-learning voeding en mondgezondheid.
Heb je een vraag of opmerking? Neem eenvoudig contact op via het contactformulier.
De aanleiding? Een brandbrief van Tandartsvereniging ANT aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Ondanks dat de tandheelkundige zorg voor de jeugd vergoed wordt in de basisverzekering, komt ongeveer 1/5 van de jeugd niet bij de tandarts terecht. Het gaat hierbij om ongeveer 600.000 kinderen. En zeggen de tandartsen: De verzekeraars kunnen deze kinderen gemakkelijk opsporen en in zicht brengen. ANT ging in gesprek met alle verzekeraars, maar alleen DSW ondernam actie. Het gevolg: 43 procent van de benaderde kinderen heeft naar aanleiding van de brief in de eerste helft van 2019 een bezoek aan de tandarts gebracht. Een fantastisch resultaat.
Van preventieve mondzorg naar preventieve zorg: ‘voorkomen is beter dan genezen’:
Ik ben zo ontzettend blij met de preventieve insteek van de ANT. De ANT schrijft niet voor niets: ‘De basis voor een leven lang een gaaf gebit in een gezonde mond wordt gelegd tijdens de jeugd.’
Maar eigenlijk als we het echt over preventie gaan hebben moeten we hier van maken: De basis voor een leven lang een gaaf gebit in een gezond lichaam wordt gelegd tijdens de jeugd.
De gezonde mond is een onderdeel van een gezond lichaam en beide beginnen in de jeugd. Ik stel daarom voor dat de tandarts in het kader van ‘voorkomen is beter dan genezen’ met de diëtist (en eventuele andere zorgverleners) samen gaat werken met als doel optimale (mond)gezondheid van het kind!
Zoals gezegd begint niet alleen een gezonde mond in de jeugd, ook een gezonde lichaam. Dit komt natuurlijk omdat tijdens de kindertijd de basis legt voor gezonde gewoontes die je de rest van je leven meeneemt zoals:
gebit reinigen
gezond eten
voldoende bewegen
Maar als je het niet van je ouders leert, van wie leer je het dan wel? Hoe je gebit te reinigen leer je van de tandarts of mondhygiënist. Wat je het beste kan eten leer je van de diëtist. Bewegen leer je bij een sportclub, tijdens de gymnastiek les of via de fysiotherapeut.
Risicofactoren voor cariës en gebitsslijtage
De actie van de ANT is erg waardevol. Het is geweldig dat bij al deze kinderen de risicofactoren voor cariës en tanderosie met een risico-analyse in kaart is gebracht.
Daarnaast heeft de tandarts tijdens het eerste consult ook inzicht gekregen in de gezondheid van de patiënt door middel van de ASA checklist. Met deze gegevens heeft de tandarts een behandelvoorstel voor de mond gemaakt.
Een zeer mooie aanvulling hierop zou zijn als de tandarts de verzamelde informatie ook aan aanwend om de algehele gezondheid van de kinderen in kaart te brengen. Bijvoorbeeld de risicofactoren voor diabetes mellitus, zoals overgewicht.
Overgewicht is niet iets wat de tandarts standaard in kaart brengt. Het staat niet op de ASA-checklist. Veel tandartsen hebben geen weegschaal maar kunnen met de klinische blik wel iets zeggen over het gewicht van het kind. Dit vroegtijdig signaleren is bijdragen aan preventie. Overgewicht is een belangrijke voorspeller van de gezondheidsverwachtingen van het kind.
Gezamenlijke risicofactoren
Een gezonde mond, een gezond lichaam en een gezond gewicht kan je niet los van elkaar zien. En ook niet los van elkaar behandelen. Voeding is hierbij de overkoepelende factor. Bij kinderen zijn het vooral de limonades, sportdranken en siropen die bijdragen aan de inname van suiker. De de helft van de vochtinname bij deze groep wordt geleverd door fris-en vruchtendrank. Dit ‘voedingsgedrag‘ beïnvloedt zowel het risico op cariës, tanderosie en overgewicht.
Wat kan de tandarts doen met betrekking tot deze informatie?
Voedingsadvies geven
Als uit de risico-analyse blijkt dat de voeding één van de risicofactoren is voor tanderosie en cariës geeft de tandarts een voedingsadvies. De richtlijnen van het ivoren kruis zijn hierbij leidend. Leefstijl-factoren zijn niet altijd de oorzaak van cariës. Cariës kunnen ook wijzen op een somatische oorzaak van een eetprobleem. Tip: download hier de flyer als je nog op zoek bent naar leuk mateiraal: Tijs helpt kinderen minder snoepen.
Doorverwijzen
Als uit de inventarisatie blijkt dat er ook andere risicofactoren een rol spelen bij het ontstaan van cariës of gebitsslijtage dan heeft verwijzing naar de diëtist de voorkeur. Dit is ook het geval als er sprake is van overgewicht.
Als in het vervolgconsult blijkt dat de kinderen (eigenlijk moet ik zeggen de ouders) het voedingsadvies NIET hebben opgevolgd is verwijzen ook zinvol. Dit is een reden om samen met de diëtist de behandeling voort te zetten. Het advies om samen te werken met een diëtist vind je ook terug in het cariës-preventie advies van het ivoren kruis uit 2011.
Voor tandartsen en mondhygiënisten, die meer aan preventie willen doen is er de gratis verwijstool, waarmee je snel een analyse maakt of verwijzen zinvol is.
De dietist als expert
Er zijn veel factoren in het advies die voor ruis kunnen zorgen. De diëtist heeft tijd om de persoonlijke motivatie van ouders en kind verder te onderzoeken, een persoonlijk voedingsplan op te stellen en uitleg te geven, rekening houdend met persoonlijke factoren. Vaak spelen ook emotionele en externe factoren een rol. De diëtist is de expert als het gaat om eten. Zij heeft van alle medici en paramedici de meeste kennis over dit onderwerp. Na het succesvol afronden van de vierjarige opleiding tot diëtist ben je expert in de behandeling van ziekte met voeding en het behouden van gezondheid door middel van voeding. Omdat voeding zo’n breed onderwerp is zijn er ook specialisaties op ziektebeeld. Eén van de specialisaties is de voeding en mondgezondheid. Diëtisten specialiseren zich in dit onderwerp door middel van nascholing. Diëtisten weten, dat er meestal huisartsen en specialisten aanschuiven in talkshows om over voeding te praten. Maar vraag mij niet: Waarom? De meeste (tand)artsen hebben maar vier dagen van hun 6-12 jarige studie aan dit onderwerp besteed.
Vergoeding vanuit de basisverzekering
De dieetzorg is net als de mondzorg voor jeugdigen tot 18 jaar in de basisverzekering opgenomen. Geld kan geen obstakel zijn om niet door te verwijzen. Voordelen van verwijzen naar de diëtist zijn:
De diëtist heeft de tijd om de voeding en de achtergronden van het voedingspatroon in kaart te brengen
De diëtist is expert in het maken van een stappenplan op maat
De diëtist heeft productkennis en heeft de middelen om het advies concreet te maken
De diëtist stelt samen met de het kind en de ouders een passend voedingsadvies op met haalbare doelen
De diëtist geeft praktische tips en bespreekt de mogelijkheden tot verandering
Afwachten of zelf actie ondernemen?
De ANT besluit de brief aan het ministerie van VWS met: ‘Alle mondzorgverleners staan zeer gemotiveerd in de starthouding. Aan u om het startschot te geven. Wij rekenen dan ook op u om uw autoriteit en invloed als verantwoordelijk minister aan te wenden en alle zorgverzekeraars te wijzen op hun zorgplicht en maatschappelijke verantwoordelijkheid.’
Waarom zelf geen actie?
Ik zou willen voorstellen dat tandartsen daar niet op wachten en zelf lokaal de verantwoordelijkheid nemen. Zoek samenwerking met mondhygiënisten, diëtisten, fysiotherapeuten en huisartsen in de buurt en start lokaal een campagne om de gezondheid (inclusief de mondgezondheid) actief te verbeteren door middel van advies omtrent gebitsreiniging, voeding en beweging. Via de lokale huisarts of via de lokale school kan je veel patiënten bereiken. Je kan ook afspraken maken over onderling actief doorverwijzen of een gezamenlijke reclame campagne doen. Met wat team-effort kom je al erg ver. Het duurt misschien wat langer voordat je bent waar je wilt zijn, maar je hoeft in ieder geval niet te wachten totdat de overheid wat gaat doen.
Wat de overheid van mij mag doen is antwoord geven op de vraag: Hoe gaan we de preventieve gezondheidszorg bekostigen? Want als dit preventieve jeugdzorg project succesvol verloopt, wie verdient er dan straks nog een boterham?
E-learning Tandarts downloaden / Contact opnemen
Ben jij een KRT tandarts en wil je meer over dit onderwerp weten? Je krijgt 16 KRT punten voor het volgen van de e-learning voeding en mondgezondheid. Mondhygiënisten ontvangen 16 KRM punten.
Heb je een vraag of opmerking? Neem eenvoudig contact op via het contactformulier.
Hoe kunnen de mondhygiënist en diëtist de patiënt helpen gezond te blijven van lijf, leden en mond;-)
Reuk-en smaak verlies
Een van de symptomen van besmetting met COVID-19 is reuk- en smaakverlies. Reuk en smaakverlies zijn een risicofactor voor ondervoeding omdat dit kan leiden tot verminderde eetlust en voedingsinname. Alliantie Voeding in de Zorg heeft een factsheet ontwikkelt voor concrete tips en achtergrond informatie over het aanpassen van voeding bij reuk- en smaakstoornissen. Werk je in een instelling. Zij schreven ook een factsheet over de voedingszorg in instellingen in relatie tot corona
Meewerken aan onderzoek
Heb je cliënten die (vermoedelijk) besmet zijn met COVID-19, het griepvirus of een ‘koudje’? Het Global Consortium of Chemosensory Researchers (GCCR) onderzoekt de relatie tussen reuk- en smaak en het coronavirus door middel van een wereldwijd uitgezette vragenlijst. Patiënten die de Engelse, Duitse, Spaanse, Franse, Italiaanse, Noorse, Portugese, Zweedse of Turkse taal machtig zijn kunnen meedoen. Op het moment van schrijven is er geen Nederlandse vragenlijst beschikbaar.
Ouderen en ondervoeding
Thuisisolatie verhoogt het risico voor ondervoeding onder ouderen (70+). Dit is ook de groep die extra vatbaar is voor de gevolgen van de besmetting met COVID-19. Tandartsen, mondhygiënisten kunnen nu juist met een preventief consult deze groep in kaart brengen en verwijzen naar de diëtist. Een volledige tool voor het consult op afstand vind je hier. Een groot deel van het consult (met belangrijkste uitzondering het objectieve onderdeel van het tandheelkundig onderzoek kan op afstand worden gedaan en met de risico-analyse kun je hieraan conclusies, behandelplannen, zorgdoelen en concrete afspraken verbinden.
Verwijzen naar de diëtist
Mondhygiënisten en tandartsen die een preventieve anamnese hebben afgenomen kunnen op basis van de risico-analyse doorverwijzen voor voedingsadvies (ter preventie van) ondervoeding. Je kunt hiervoor ook de verwijstoolgebruiken. Deze stellen wij gratis beschikbaar om te zorgen dat mondhygiënisten en diëtisten elkaar kunnen vinden.
Verwijzen naar de mondhygiënist
Het is nog onduidelijk in welke mate gezond mondepitheel bijdraagt aan de bescherming tegen corona, Het is wel duidelijk dat gezond weefsel in het algemeen een betere bescherming geeft tegen binnendringende virussen en bacteriën dan dan beschadigd weefsel. Cliënten kunnen ook in Coronatijd vaak voor een online preventief consult bij de tandarts of mondhygiënist terecht. Je kan de gratis verwijstool gebruiken om te screenen of verwijzing zinvol is.
Meer weten over ondervoeding, mondzorg en voeding bij smaak-en reukstoornissen? Misschien is de e-learning iets voor jou?
Is uw bedrijf ook ernstig getroffen door de Covid-19 pandemie? Tiffany Claus heeft op basis van de RIVM richtlijnen een tool gemaakt om zo snel mogelijk weer door kunt met uw bedrijf.
De doelgroep is iedereen die op minder dan 1.5 meter afstand van een client werkt. Denk aan mondzorgverleners, kappers, fysiotherapeuten, podotherapeuten enzovoort. Het is belangrijk dat de samenleving niet stil valt. Met name preventieve hulp zorgt ervoor dat, als deze crisis opgelost is we geen grote problemen op te lossen hebben.
De Nederlandse overheid heeft de komende weken beperkende regels opgelegd. Maar om klaar te zijn voor opening in de nabije toekomst zullen we moeten nadenken hoe we dat veilig gaan inrichten. Daar is Tiffany met haar collega’s direct voor u mee begonnen. Zij hebben een praktisch samen voegsel van alle RIVM en WIP richtlijnen gemaakt met een slimme tool die u bij aanvang van een consult kunt inzetten.
In de online omgeving vindt u diverse hulpmiddelen: Een gebruikershandleiding een voorbeeldbrief voor uw cliëntendocumenten met duidelijke instructies betreffende Covid-19 en werkruimtes en Covid-19 en handhygiëne.
Dit zijn slim samengevoegde leesbare documenten met informatie en wetenschappelijke onderbouwing van professionals uit de werkvelden. Er volgt dagelijks meer en betere achtergrond info.
Tiffany en haar collega’s doen ook een beroep op de beroepsverenigingen om mee te denken de richtlijnen voor alle beroepen aan te leveren zodat wij deze kunnen verwerken en samenvoegen in de online tool. Wij kunnen dit niet alleen!
Met Safe Work Space ® kunt u voorbereid aan de slag met het digitale format. Dit draait op elke computer, tablet of mobile telefoon. Het leidt u automatisch door de vragenlijst voor de cliënt om zekerheid te krijgen dat Covid-19 geen verspreidingskansen krijgt.
U klikt daarna op de button onder aan het formulieren u krijgt een download-link voor een PDF, deze PDF beschrijft dat u alle stappen goed en doordacht genomen heeft en dat u veilig werkt. Sla de PDF direct op in uw eigen omgeving. De online tool bewaart geen gegevens van consulten of cliënten. De gegevens verdwijnen direct van de server.
Neem alle voorzorgsmaatregelen om snel en veilig iedereen weer van dienst te kunnen zijn!
Voor veel mensen is dit een angstige tijd. Patiënten delen niet alleen hun gezondheidsproblemen met je maar ook vaak andere dingen die ze bezig houden. Angst voor het coronavirus bijvoorbeeld, voor de gevolgen…Maar niet alleen nu is er angst in de spreekkamer. Angst voor de tandarts en angst om fouten te maken is van alle tijden.
De onderstaande 2 adviezen gaf ik vaak mijn cliënten mee als angst een rol speelde bij de behandeling:
Tip 1
Blijf in het NU. In het NU is er geen angst. Bijvoorbeeld nu zit ik aan de keukentafel deze blog te schrijven…Angst is er alleen als ik in mijn hoofd toekomst scenarios ga afspelen, vooral als deze negatief zijn. Als ik denk: Straks krijgen mijn ouders COVID-19 en straks is er voor hen geen IC bed. Dit zijn gedachten die mij angstig zouden kunnen maken. Maar voor mij is dit is niet de realiteit van vandaag. Vandaag zit ik aan de keukentafel en zijn mijn beide ouders niet ziek. Het zou kunnen gebeuren dat mijn ouders ziek worden, maar ook niet. Ik kan de toekomst niet voorspellen.
Tip 2
De inmiddels overleden Amerikaanse psycholoog Susan Jeffers maakt angst heel inzichtelijk in haar boek: Niet durven toch doen. Zij doet het door de gedachten die bij angst een rol spelen te ontleden. Jeffers verdeelt angst in drie niveaus:
Niveau 1 angsten
Niveau 1 angsten zijn situatiegebonden. Deze angsten zijn onder te verdelen in 2 soorten angsten:
2. Angsten om dingen die actie vereisen, dingen die je moet doen:
vrienden maken
autorijden
fouten maken
solliciteren
Niveau 2 angsten
Niveau 2 angsten zijn angsten die betrekking hebben op onze ego. Dit zijn angsten die je innerlijke gemoedstoestand beïnvloeden.: Het is de angst voor:
afwijzing
succes
mislukking
kwetsbaar zijn,
hulpeloosheid
afkeuring etc.
Niveau 3 angsten
Niveau 3 angst is de grootste angst van allemaal. Het is de angst die je kan verlammen. Dit is de angst dat je wat je in het leven zou kunnen overkomen niet aan kan. De zin: IK KAN HET NIET AAN
Als je deze zin plaatst voor een niveau 1 angst krijg je:
Ik kan het niet aan als mijn kind ziek wordt.
Als je deze zin plaatst voor een niveau 2 angst krijg je:
Ik kan het niet aan als dit mislukt.
Volgens Dr. Susan Jeffers komt het vervolgens hier op neer:
Als je alles aan zou kunnen dat je kan overkomen, waar zou je dan nog bang voor zijn?
Stel jezelf eens deze vraag. Wat is het antwoord?
Het antwoord is:
Niets
Zo simpel is het volgens Jeffers. Angsten zullen je hele leven blijven bestaan. Iedere fase in je leven brengt nieuwe angsten mee. Angst hoort erbij. Wat je volgens Jeffers nodig hebt is: vertrouwen in jezelf dat je het aankunt.
De taak is dan ook om dit vertrouwen te ontwikkelen. Het vertrouwen in je eigen vermogen om alles wat er met je gebeurt in het leven aan te kunnen. Niet iedereen kan dit op eigen kracht. Laat je cliënt eventueel hulp zoeken.
PS. Het betekent natuurlijk niet dat dingen die kunnen gebeuren in het leven geen pijn meer zullen doen. Het betekent alleen dat je minder bang bent. Immers, de mens lijdt het meest om het lijden dat hij vreest.